zondag 20 mei 2012

Praha (slot) en andere linkse hobbies.


Zullen we vandaag maar eens met de linkse hobbies starten? Zaterdagmorgen was het zover. Paul Versteeg heeft voor vier opeenvolgende zaterdagochtenden de bovenverdieping van Artifact afgehuurd opdat een aantal kornuiten (Paul Kruijssen en ikzelf) hun creatieve schildersaspiraties konden botvieren. Wel een beetje gestructureerd, daar zorgde Paul V. wel voor. Het idee was om ons een beetje bewust te maken van kleuren, wat het effect is in combinatie met andere kleuren en wat het doet met onze gemoedstoestand.
Ooit, heel lang geleden, zat ik op de Kunstacademie en heb deze ook 'afgemaakt' maar zoals zovelen  heb ik in mijn leven voor zekerheid (dus niet voor de kunst) gekozen. Heel veel is ook weer weggezakt, maar de laatste tijd begint het toch weer een beetje te kriebelen. Er waren oefeningen waarbij je door kleuren te mengen andere kleurschakeringen verkrijgt, we konden een stilleven maken, een zelfportret - dat deden we op het laatst, in enkele snelle streken om de ongebruikte verf op te maken. Hogeschoolkunst kun je het bepaald niet noemen, maar het was wel leuk. Volgende week weer.

Pionier van de Jugendstil


Het bruggetje van het atelier naar Praag is snel gemaakt, omdat je ook in die stad bij tijd en wijle geconfronteerd kunt worden met 'wilde' kunst. Zo kwamen wij tijdens onze omzwervingen de befaamde John Lennon muur tegen. The Beatles en zeker John Lennon zijn anno 2012 nog steeds ongelofelijk populair in Praag, ook tijdens ons ontbijt vormde het oudere repertoire van The Beatles de achtergrondmuziek. Waar ik overigens niets op tegen heb, integendeel. Overal weerklinkt AOR (Adult Orientated Rock) en posters in de stad kondigden een concert van Duran Duran aan.


Tja, dat is wat, daar zou ik vorig jaar ook heengaan maar eerst werd het concert uitgesteld wegens stemproblemen van Simon le Bon en daarna ging de organisator failliet. Dus ging het hele concert niet door en geld kwijt. Maar dit terzijde. Hoe dan ook lijkt het wel of de Tsjechen nog in de jaren tachtig leven. Dat is niet zo gek natuurlijk omdat het land pas in 1968 onder het communistische juk vandaan kwam. Maar het heeft wel een prettige kant: de muziek uiteraard, en de mensen komen bescheiden over, hebben niet dat super-zakelijke, eigenstandige en over-assertieve wat bij ons gangbaar is, en er wordt nog gerookt in cafés en restaurants. Overigens had ik daar zelf geen last van.

Een ander bruggetje van het schilderen naar Praag is dat wij op de derde en laatste dag van ons verblijf toch naar een museum zijn gegaan. De keus viel op het Mucha museum, waarin het werk van Alfons Mucha, een van de belangrijkste pioniers van de Jugendstil, centraal staat. En niet alleen zijn werk, maar ook zijn leven, dat onder andere wordt belicht in een 30 minuten durende film. Het is een mooi, vrij modern museum in een zijstraat. In 1998 is het museum geopend. Dat dit rijkelijk laat is komt omdat Mucha's kunst tijdens het socialisme verboden gebied was. Dat was dus kennelijk in een tijd dat kunst als een rechtse hobby werd beschouwd!
Hoe dan ook is het museum niet groot maar de kunst die er wordt getoond is wel groots.

Alfons Mucha (1860-1934) kon al tekenen voordat hij kon kruipen. Het - waarschijnlijk ware - verhaal gaat dat zijn moeder een touwtje met daaraan een potloodje om de nek van de kleine Alfons bond opdat hij ieder moment wanneer hij maar zin had kon tekenen. In een van de vitrines van het museum staat een tekening van Christus aan het kruis, dat Mucha op 8-jarige leeftijd maakte.

De produktiviteit van Mucha was ongekend hoog. Hij maakte posters, ontwierp postzegels en bankbiljetten, illustreerde boeken, schilderde en tekende. Zijn plakkaten voor Sarah Bernhardt's toneelvoorstellingen, decoratieve schilderingen in het Repre-huis drukken een stempel op de art deco in Praag. Mucha's stijl is direct herkenbaar en Praag, Jugendstil-stad bij uitstek, was zonder hem zeker minder interessant geweest. Ook Sarah zal een deel van haar roem destijds te danken hebben aan de affiches die Mucha van haar maakte.

Na het bezoek aan het museum hebben we gewoon maar een beetje gekris-krast, domweg gekeken waar wij uitkwamen en onderweg hebben wij onze ogen goed de kost gegeven. En ook meteen maar gekeken wat we 'voor thuis' zouden meenemen. Dat is altijd lastig, want je verzeilt altijd in toeristische meuk waar niemand op zit te wachten, òf op zaken die je net zo goed in eigen land kunt kopen. Uiteindelijk kwamen we op wat simpele hebbedingetjes zoals boekenleggers, onderzetters met Jugendstilkunst (uiteraard Mucha) en wat lekkernijen zoals (Belgische!) bonbons die wel verpakt waren in een zakje met een Praha-sticker.

Die ochtend hadden we ons voorgenomen om de laatste maaltijd in Praag te gebruiken in een oude toren, waarin bovenin kennelijk een ruimte als  restaurant was ingericht. En ja hoor, 'Le histoire se répète': weer hebben wij die toren niet meer teruggevonden, hoe we ook zochten, en allebei wisten we zeker dat we héél dichtbij waren. Maar de tijd begon te dringen, dus moesten we naar het hotel om de bagage op te halen. Daarna liepen wij bepakt en bezakt naar het hoofdstation. In de onmiddellijke omgeving daarvan zijn we zomaar een willekeurig restaurant ingedoken, 'Mona Lisa'.  Het zat er vol autochtone Tsjechen, wat een goed teken is. Hoe dan ook was het een erg lekkere maaltijd, een origineel-Tsjechische vleesschotel met zuurkool, aarappelen, deegbrood, ham, vlees en worst. Duidelijk geen voer voor vegatariërs.

Later, in de nachttrein op weg naar Nederland, hadden we de coupé gedeeld met een Praags meisje dat - zo vertelde ze later in de wandelgang - op weg was naar vrienden in Amsterdam, een jong stel en naderhand, bij Dresden, een chinees meisje met een loodzware koffer. Ze vroeg verlegen lachend of iemand haar wilde helpen om de koffer in het bagagerek bovenin de coupé  te plaatsen. Geen probleem natuurlijk, met vereende krachten is ons dat gelukt. Ook toen ze er naderhand weer uitging herhaalde het ritueel zich in omgekeerde volgorde. Het meisje bleef maar glimlachen en 'Thank you, thank you' zeggen en ze zwaaide een paar keer toen ze vertrok. Maar een paar minuutjes later keerde ze terug en gaf mij iets, een superklein gelukspoppetje, naar later bleek een van hout vervaardigd poesje aan een kettinkje. Dat was wel een leuke ervaring.

De volgende ochtend waren we redelijk op tijd terug in Utrecht. De enige vertraging die de trein had opgelopen was in Nederland. We hadden nog tijd om de Tsjechische kronen die we over hadden te wisselen voor euro's waarna we met de trein op weg naar Den Haag gingen, waar we werden opgehaald door dochterlief. Wij konden terugkijken op een paar intensieve en mooie dagen.

Geen opmerkingen: