Boven de rivieren hebben veel mensen niets met carnaval. Dat snap ik, vooral carnavalsmuziek is iets waarvan je moet houden, maar de sfeer bij carnaval is wel heel gemoedelijk, weinig opgefokt gedoe van agressieve jongeren, veel gekke en originele outfits en gezelligheid viert hoogtij. Deze inleiding is om de plaatjes van het carnaval bij deze post te rechtvaardigen. Maar het gaat helemaal niet over carnaval, maar over trainen. 'Veel leuker' hoor ik menige 'bovenderivierder' nu denken...
Iets anders: dacht ik dat de enige zeurpiet was over het weer, maar vanavond voor de training hoorde ik het van alle kanten: "Van mij mag de lente komen!" "Wat een kou, ik ben het zat" of woorden van gelijke strekking. Op zich zeer invoelbaar, sterker, ik denk er net zo over maar ja, wat doe je er aan. Het weer hebben wij niet in de hand. Misschien maar goed ook, wij mensen denken in onze arrogantie vaak dat we alles kunnen beheersen. Mooi niet. Nu viel de kou mij vanavond nog mee vergeleken met vanmorgen, toen ik naar het station fietste. Toen was het gewoon bar en boos, vriesweer met een stevige noordoostenwind continu tegen. Gelukkig hoefde ik maar een half uurtje.
De terugweg in de namiddag ging aanmerkelijk makkelijker, maar dat is vrij logisch want dat was een kwestie van windje-mee.
Even daarvoor kwam ik in de fietsenstalling clublid Kolonel Been tegen, in militair uniform. Een sterke veteraan. Ik heb ooit in dienst gezeten en door dat uniform voelde ik een nauwelijks te onderdrukken impuls om te salueren. Dat moest nog 'in mijn tijd' (ik ben van 68-2 zoals dat heet). Maar dat is volgens mij niet meer verplicht, of misschien toch wel, bij beroepsmilitairen? Hoe dan ook, hij zei dat-ie ook ging trainen en daardoor voelde ik mij meteen geïnspireerd om te gaan. Nu was ik dat toch al van plan, maar dat gaf mij extra zin.
Thuis dus onmiddellijk omgekleed en op naar de Laan van Poot, hardlopend. Ik was er vrij vroeg dus heb ik wat rondjes gelopen totdat de groepen vertrokken. Onze groep bestond vanavond uit Dick, Rob, Katelijne, Ellen, Ilse, Eveline en Ellis. De drie laatstgenoemden hadden gisteren nog een zeer goede 10 kilometer in Delft gelopen maar er was geen spoor van vermoeidheid merkbaar, ze gingen als een speer. De vrouwen van Groep 5 zijn echte bikkels. De mannen ook hoor, maar de vrouwen helemaal!
Op het programma stonden twee series van 5 x 1 minuut. Niet al te zwaar dus en prima uit te voeren op de baan, ware het niet dat de halve sintelbaan overdekt was met een laag ijs en opgevroren sneeuw. Dus Ilse (Wim was nog niet terug) leidde ons wijselijk 'naar buiten'. Daar hebben we na het inlopen, de oefeningen en de tempoversnellingen om op te warmen het programma uitgevoerd. Steeds 1 minuut in een snel 10 km tempo, dan 30 seconden rust, weer 1 minuut snel enzovoorts. En vijf minuten tussen de beide series.
Nadat de series volbracht waren, gingen we aan het eind van de Savornin Lohmanlaan omhoog de duinen in. Dat viel niet mee na zo'n programma. Daarna weer naar beneden - uitkijken voor gladde gedeelten wat lastig was want zó licht was het niet - en een stuk het strand op. Echter bleek de tegenwind - die dus nog steeds uit het noorden kwam - zó ijskoud dat ik mijn voorhoofd met beide geschoeide handen moest bedekken, wat natuurlijk onhandig loopt. Ik had geen muts opgedaan omdat ik dacht dat het niet hoefde. Was verstandiger geweest om dat wel te doen. Ellis en ik verzochten terug te keren, maar er was een alternatief: meteen de eerste oprit weer naar boven. Dat was beter. Nog een stuk door de duinen, voorzichtig het pad bij de Fuutlaan af - gemeen gladde stukken, zondag ging ik er bijna op mijn plaat - en terug naar huis. De anderen gingen eerst nog terug naar de club.
Netto misschien amper een uur hardgelopen, maar alles bij elkaar (dus inclusief inlopen 'solo' en in groepsverband en het uitlopen vanaf de Fuutlaan) kom ik aan 1 uur en 40 minuten.