Het is alweer een tijd geleden dat ik Het Kunstmuseum - voorheen: Gemeentemuseum Den Haag - bezocht. Na gisterochtend in alle vroegte een duurloopje te hebben volbracht, besloot ik er later heen te gaan. Wandelend, dat wel, want het was heerlijk weer en extra kilometers zijn altijd goed voor de vetverbranding.
Als je op dit moment het museum wilt bezoeken, dan moet je eerst online een procedure volgen: je maakt een keuze tussen één van twee (gescheiden) routes waarbij éénrichtingsverkeer geldt, geeft aan wanneer je het museum wilt bezoeken (dag en tijdstip, beschikbaarheid afhankelijk van het maximaal aantal bezoekers per tijdslot) en downloadt het ticket, dat je uitprint of later op jouw telefoon kunt tonen. Deze procedure geldt ook voor Museumjaarkaarthouders, die betalen dan € 0,- per ticket. Dat alles is uiteraard zo geregeld vanwege corona. Uiteraard geldt ook hier de anderhalve meter regel.
Waarschijnlijk vanwege het mooie weer was het gisteren rustig in het museum. Ik was er exact om 10:45 uur, het gekozen tijdstip.
Ik had ook gekozen voor 'Route Mondriaan' omdat op deze route ook werk van andere kunstenaars te zien is. Vanaf het entree wordt je via groene nummerbordjes door het gebouw geleid.
De route omvat achtereenvolgens de tentoonstellingen A.R. Penck - How it works, Navid Nuur, Mondriaan & De Stijl en Lucassen.
Bij de kassa krijg de bezoeker een rijkelijk met foto's geïllustreerde brochure mee waarin uitgebreid informatie wordt gegeven over de kunstenaars en hun werk.
Voor de oostduitse kunstenaar A.R. Peck (pseudoniem voor Ralf Winkler) was veel ruimte gemaakt in het museum. Wat niet verwonderlijk is, want de man was/is enorm productief. Zijn werk maakt de indruk heel snel te zijn opgezet en hebben - zoals men dat destijds bij schilders als Karel Appel placht te zeggen - een hoog 'dat kan mijn kleine neefje van vier ook' gehalte. Desondanks heeft een aantal van zijn doeken - vooral de grotere zoals 'Traudel' - grote zeggingskracht. Ook veel symboliek, in die zin ademt zijn werk de tijdgeest (van de transitie van oost en west, communisme versus kapitalisme).
Na de zalen vol met het werk van Penck, komen we in de zaal met werk van David Nuur. Mineralen en steen staan in zijn werk centraal, laat zien waarop beide materialen kunnen evolueren en transformeren. Volgens Nuur stroomt door ons allemaal dezelfde materie en en zijn we onderdeel van elkaar. Het een leeft omdat het andere bestaat. Ik zie daar zelf een verwijzing naar de quantum-theorie in.
Het werk van Lucassen, een Amsterdamse kunstenaar, sprak mij wel aan. Zijn werk is beeldend, krachtig en niet gespeend van humor. Vooral zijn assemblages waarbij het monteren van objecten (schilderijtjes van de rommelmarkt, tafelbladen en dienbladen als drager) zijn vindingrijk en grappig.
Uiteraard vormde Mondriaan het sluitstuk van de route, maar zijn werk heb ik al vele malen gezien in dit museum. Wel grappig hoezeer zijn vroege werk - zoals onderstaande mand met appels - afwijkt van het werk waarmee hij wereldberoemd is geworden...
Na het museumbezoek - je mag nu maximaal twee uur blijven - even langs Goedman om schildersmedium en een paar doekjes te kopen. Het begint toch weer te kriebelen...