Vandaag een tripje naar Rotterdam om een aantal (het werden er uiteindelijk twee) musea te bezoeken. Het eerste was het Natuurhistorisch Museum. Een paar weken geleden bezocht ik dit museum in vogelvlucht(!) op weg naar het punt waar ik de lopers van de Marathon van Rotterdam kon aanschouwen en zo mogelijk aanmoedigen. Vandaag maar eens beter bekeken, maar ik kom hier in een volgend blogje op terug. Na dit museum ging ik naar De Kunsthal amper honderd meter tegenover het Natuurhistorisch en daar zag ik een expositie die bepaald indruk maakte.
Lang geleden tekende ik weleens van die droedels van deels menselijke, deels dierlijke samenstelling. Centaurs bijvoorbeeld, of vogels met een mensenhoofd. Maar dergelijke fantasiefiguren zijn waarschijnlijk net zo oud als de mensheid bestaat. In de griekse mythologie kennen we de minotaurus, de phoenix en van sprookjes zijn de zeemeermin en vampier bekend, en surrealistische kunstenaars als Jeroen Bosch en Salvador Dali creërden ook van die bizar uitziende schepsels.
Wie in bovenstaand rijtje zeker thuishoort is de Australische kunstenaar Patricia Piccinini. Tot die overtuiging kwam ik tenminste na vandaag in Rotterdam De Kunsthal te hebben bezocht. In de grote solotentoonstelling van genoemde kunstenaar, getiteld 'Metamorphosis' zien we tal van levensechte hybriden tussen mens en dier: harige, vriendelijke schepsels die niet 'echt in de reële wereld van vandaag bestaan, maar toch herkenbaar zijn.
Min of meer terloops raakte ik aan de praat met een andere bezoeker die zich net als ik zeer gefascineerd toonde door wat er te zien was. Achteraf stelde zij zich voor als Annabel, in het dagelijks leven onder meer universitair docent genderwetenschappen met (engelse) literatuurwetenschap als specialiteit.
Haar fascinatie leek mij niet geheel verwonderlijk, gezien haar achtergrond. In deze expositie van Puccinini wordt immers ook een voorstelling van een mogelijke toekomst gesuggereerd waarbij vragen rijzen van wat het betekent om mens te zijn. Zij vervaagt onder andere met haar cyborgs de grens tussen organische en technologische lichamen.
Bij zo'n wezen als hierboven zou je zomaar kunnen voorstellen dat dit een kruising is tussen een mens en een Orang Oetan. En hoewel 'oetan' zoveel betekent als 'mens' zijn kruisingen tussen mensaap en mens niet mogelijk. Tenminste: vooralsnog(?)....
Voor sommigen is dit een fascinerend toekomstperspectief, voor anderen is dat een absoluut schrikbeeld. Niet voor niets is er zoveel reuring over - bijvoorbeeld - genetische experimenten, wat gezien kan worden als een van 'bovenaf' (politiek) gestuurde stap naar transhumanisme waarbij de mens evolueert tot een onderworpene, zo niet een slaaf van de techniek.
Wat mij echter in deze immense expositie - wat een oeuvre trouwens al voor zo'n jonge (38 jarige) vrouw! - als rode draad opviel was de liefde en zorgzaamheid die de figuren uitstralen. Vaak gaat het om wezens, half aap, half mens of half varken, half mens enzovoorts - die zich met veel liefde, zorg en toewijding hun al even bizar uitziende kroost koesteren. Daardoor worden de monsters nooit echt angst- of lachwekkend.
Zeer interessante tentoonstelling! Gaat dat zien.
De andere exposities waren ook de moeite waard, al vond ik het immense springkussen dat een grote ruimte helemaal in beslag nam nog het meest grappig. Dit temeer omdat dit volwassenen de mogelijkheid bood op legitieme wijze even 'kind' te zijn. Homo ludens....