donderdag 14 juni 2012

Zonnen met een sportlegende

Het was wel een heel merkwaardige donderdag waarbij ik een flink deel van Zuid-Holland heb doorkruist. Eerst naar Barendrecht, dus met de trein naar Rotterdam Lombardijen (bweeh), dan een stuk met de bus en vervolgens nog zo'n kwartiertje wandelen door een omgeving waar menigeen niet eens zijn schoonmoeder heen zou sturen. Echt zo'n ongezellig bedrijvengebied. Echter het bedrijf waar ik iets speciaals wilde kopen bleek op de donderdagen pas om 13.00 uur open. Het was half elf, wachten was geen optie want 's middags moest ik ergens anders heen. Dus maar weer terug naar het station, ditmaal wandelend, een half uurtje. Dan de trein, de tram, terug naar huis. En het gaat allemaal zo lekker vlot met het openbaar vervoer maar niet heus. Kortom: een reis van bijna vier uur voor niets gemaakt.

Thuisgekomen, had ik net een half uurtje tijd om even in de voortuin te zitten waar het windstil is. Daarna moest ik weer in de benen. Ditmaal ging de weg richting Noordwijk. Tram (randstad-rail), trein naar Leiden en daar de bus naar Noordwijk, ook weer dik een half uur rijden met al die haltes onderweg.

Maar het einddoel was wel bijzonder, namelijk een interview met een (nog) levende legende. Nou ja, hij heeft wel niet de naam en faam gekregen als zijn vrouwelijke sportcollega Fanny Blankers Koen, maar hij was in de tijd dat ik als peutertje nauwelijks de luiers ontgroeid was tot aan mijn negende levensjaar (1951 - 1957), zes jaar lang Nederlands kampioen op de 100 meter, en twee jaar achtereen Nederlands kampioen op de 200 meter. Bovendien nam hij deel aan de Olympische Spelen in Helsinki en de Europese atletiekkampioenschappen in Bern.

Reden genoeg om aan dit inmiddels 84-jarige clublid een portret voor het jubileumboek te wijden. Wie hij is verklap ik niet, dat bewaar ik voor het boek. Aan de andere kant hoef ik er ook weer niet tè geheimzinnig over te doen, wie wil kan het met de verstrekte gegevens achterhalen. Degenen die (nog) ouder zijn dan ik weten waarschijnlijk wel over wie ik het heb, maar hij stelde zich voor als Theo.


Het bleek nog een allemachtig complexe onderneming om de plek te vinden waar Theo woont. Uiteindelijk is dat gelukt, maar ik was ruim een half uur te laat op mijn afspraak. Onderweg heb ik aan diverse autochtone Noordwijkers en binnen, aan personeel in een restaurant vlak naast Huis ter Duin, de weg gevraagd. Een stomverwonderde blik was vaak de reactie. Of ik wel in Noordwijk moest zijn? Uiteindelijk wist een dame in een apotheek aan het eind van de Parallelboulevard mij de juiste weg te wijzen. Uiteraard had ik mijn gastheer van tevoren wel even gebeld dat het later zou worden. Maar eenmaal in zijn flat, een complex dat als het ware 'vast zit' aan het befaamde Huis ter Duin, was het ijs, voor zover dat al aanwezig was, snel gebroken.


Wij gingen buiten op zijn riante balkon zitten, in de volle zon met uitzicht op zee. Ik stelde mijn vragen en luisterde vooral, al pennend, naar de antwoorden van mijn gastheer. Onderwijl serveerde mevrouw S. thee met chocolade. Een heel bijzondere ervaring was het om deze vriendelijke man, die het in zijn leven zowel op sportief als maatschappelijk gebied uitstekend heeft gedaan, aan te horen.

1 opmerking: