Aan Het Smidswater, onderdeel van de Stadswandeling |
Gisteravond stond een duurloop van een uur op het programma. Het werd iets langer en sporadisch werd een lichte versnelling ingebouwd, maar over de hele linie werd het een mooie ontspannen loop waarbij wij tot twee kilometer voorbij Kijkduin liepen, via de duinen richting Monster. Maar voortijdig bogen we rechtsaf naar de trap die naar het strand leidt. Ilse ging eerst poolshoogte nemen of daar te lopen viel en besloot toch maar rechtsaf te slaan, het nieuwe voet- en fietspad op, langs de zandmotor terug naar Kijkduin. Marianne, een van onze nieuwste dames, liep steeds flink voorop. Zij was vroeger baanatlete en is sinds kort weer aan het trainen. Talent verloochtent zich overduidelijk niet.
Zelf liep ik ook lekker mee, ondanks het vermoeiende loop-weekend is deze training goed verlopen. Of het woensdag ook zo zal gaan valt af te wachten want dan moet er vijf keer vijf minuten in een flink tempo worden gerend. Dus dinsdag maar even een rustdagje inlassen.
De Stadswandeling
Zondagmiddag, na de Wateringseveldloop, ging ik op de fiets naar de stad. Onze clubvriend Hans Drabbe geeft rondleidingen door Den Haag en hij wilde dat ook een keer voor Haagvrienden doen. Afgelopen zondag was het zover.
Rond 15:00 uur hadden wij afgesproken bij het standbeeld van Johan de Witt op De Plaats. Even daarvoor kwam een andere stadgids langs met zijn gevolg, onder wie ik wandelvriend en ex-collega Walter van Teeffelen aantrof. Hij is de laatste tijd druk bezig is met een site waar hij schrijft over historisch Den Haag. Maar dat was niet de groep van Hans. Inmiddels had ik Marlies gezien, naderhand ook Yvonne en Paul en Chrit met echtgenote. Tenslotte was er een dame die niet van Haag was maar zich graag bij de wandeling aansloot.
Wij liepen naar de overkant, naar De Hofvijver, waar Hans ons attendeerde op de gedenkzuil. Gek eigenlijk, die zuil staat er al veel langer dan ik leef en je beseft nauwelijks dat-ie er staat. Dat is ook het aardige van een stadswandeling, je wordt gewezen op dingen die je nooit eerder (bewust) hebt gezien, laat staan dat je de verhalen er achter kent.
Op advies van Berlage liet de gemeente Den Haag in 1923 de huizen langs de Hofvijver aan het Buitenhof afbreken om het toenemende verkeer beter te kunnen laten doorstromen. Om de doorbraak te markeren werd deze gedenkzuil opgericht. De zuil is door Berlage gemaakt, samen met beeldend kunstenaar Bon Ingen-Housz. Typisch Berlage, met die geglazuurde tegeltjes die je ook vaak in zijn gebouwen aantreft.
Bovenaan staat de beeltenis van de ooievaar uit het wapen van Den Haag. Uit de tekst daaronder blijkt dat de verkeersweg naast de Hofvijver in 1923 werd aangelegd, hetzelfde jaar waarin de 25-jarige regeerperiode van Koningin Wilhelmina werd herdacht. De weg naast de hofvijver ligt er dus langer dan zestig jaar, daarvan getuigen ook bijgaande foto's.
Zoals een tweetal bijzondere plaquettes waaronder bovenstaande gedenksteen: op die plek was de eerste tennisbaan in Nederland (1500 na Chr.). Via de Mauritspoort (of Grenadierspoort) uit 1634 verlieten we Het Binnenhof en liepen we naar Het Plein, waar op dat moment Kamermuziek werd vertolkt. Dit weekend was namelijk ook het Festival voor Klassieke Muziek. Door andere activiteiten heb ik daar echter niet veel van meegekregen.
Wij kwamen via een omweg weer uit bij de Hofvijver. Daar stonden we nog even stil bij het ruiterstandbeeld van Koning Willem II, een creatie van Antonin Mercié en Victor Peter. Oorspronkelijk stond er een beeld van beeldhouwer Eduard François Georges, maar veel Hagenaars vonden dat geen mooi kunstwerk. Dit beeld viel meer in de smaak: de afbeelding van de koning als stoere ruiter die het temperament en het rijgedrag van het paard volkomen beheerst, was destijds een metafoor voor een goede Koning.
Even Wikipedia geraadpleegd: In 1884 was een bronzen afgietsel van hetzelfde beeld al op de Place Guillaume II in de stad Luxemburg geplaatst. De gemeentelijke Schoonheidscommissie van Den Haag had een negatief advies gegeven, maar dat werd genegeerd, wat tot veel kritiek in de Haagse pers had geleid. De onthulling vond plaats op 16 september 1924 door H.M. Koningin Wilhelmina. Het oude 'afgekeurde' beeld werd voor duizend gulden verkocht aan de gemeente Tilburg, waar het nog steeds staat.
Op de Lange Voorhout bleef onze gids even stilstaan bij een huis waar destijds Baron Hendrik Hop woonde, oud gezant van de Staten van Holland, hij woonde boven het confiseurshuis van de fa. Van Haaren & Nieuwerkerk. Het verhaal ging dat die baron gek op koffie was, zeg maar rustig verslaafd.
Op een avond liet hij zijn kop koffie met suiker en room op de kachel staan. De volgende ochtend bleek het een karamelachtige substantie te zijn geworden. Hop vond die brokken erg lekker. Toen hij korte tijd later van zijn dokter geen koffie meer mocht drinken, vroeg hij zijn onderbuurman, bakker Theodorus van Haaren, voor hem van die 'brokken koffie' te maken. Ze werden al gauw 'de brokken van baron Hop' genoemd en kregen in 1880 de naam Haagsche Hopjes. Toevallig had ik daags ervoor een blik Haagse Hopjes gekocht, ik vind het smakelijke snoepjes zo op zijn tijd. Haagse Hopjes was ook de naam van een team Groep 5 dames, twee of drie jaar geleden tijdens de 12-uurs estafette.
Verder ging de weg, langs het befaamde café Hathor - dat nu kennelijk gerestaureerd wordt - liepen we via de Hooigracht een stukje Denneweg op. Daar zag ik op een terrasje een goede bekende van jaren her, ene Dennis, met zijn vrouw. Even een praatje gemaakt, hij had kort geleden nog aan mij gedacht en vroeg zich af of ik nog leefde. Dat was het geval, getuige dit stukje. Maar erg lang hebben wij niet gepraat want het gezelschap was al een stuk verder, we gingen langs Theater Pepijn, het beroemde kleine theatertje van Paul van Vliet waar ook vandaag de dag nog veel artiesten, met name jonge cabaretiers, optreden.
Nog een bezienswaardigheid en hèt hoogtepunt van de wandeling was het bezoek aan de 's-Gravenhaagsche Stadsrijschool. Deze manege ligt aan de Bibliotheekstraat, een klein zijstraatje van de Kazernestraat, achter de tuinen van de huizen aan de Noordzijde van het Lange Voorhout.
Diezelfde Bibliotheekstraat waar nu nog een zestal standbeelden staan van prominente raadspensionarissen waaronder Hugo de Groot. Over een jaar worden de beelden verkast naar een andere locatie.
Het is niet helemaal zeker wanneer manege 'Agter de Stallen' is gesticht, òf in 1806 door Lodewijk Napoleon Bonaparte, òf in 1813 door Koning Willem I. Zeker is dat er voor die data al een koetshuis en stallen waren, die hoorden bij Huis Huguetan aan het Lange Voorhout. Huis Huguetan wordt door graaf Bentinck in 1802 aan de Bataafsche Republiek verkocht om te dienen als woning, eerst van de Britse gezant, Sir James Harris, en na 1795 voor de Franse gezant, generaal Dupont-Chaumont. De stallen achter het pand zijn waarschijnlijk door graaf Bentinck gebouwd.
Een uitvoerige geschiedschrijving van deze manege is te vinden op Wikipedia. Hoe dan ook, vandaag de dag wordt de manege nog steeds intensief gebruikt, tijdens ons bezoek stonden er ook veel paarden in de stallen.
We hebben tijdens de wandeling ook nog een mooi rustig hofje aan de Parkstraat bezocht met de zeer toepasselijke naam Rusthof. Het hofje werd op 15 april 1841 gesticht door de vrouw van Groen van Prinsterer. Ze gebruikte hiervoor geld van haar schoonvader's erfenis. De Parkstraat heette toen nog de Nachtegaallaan. Zelf woonde ze in die periode op de Korte Vijverberg, in het pand van het huidige Kabinet der Koningin. Of heet het nu sinds kort Kabinet van de Koning?
Alleenstaande vrouwen konden en kunnen hier wonen, wat zeker geen straf is. Ik kan mij herinneren dat ik hier kort geleden nog met de Doornvogels was, toen waren tuinlieden druk bezig met de boel aan het opknappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten