zondag 11 augustus 2013

Het bronsgroen eikenhout


Vroeger, in het voorblogse tijdperk, gingen we met enige regelmaat naar Zuid-Limburg. Dat zat zo: wij trokken veel op met een bevriend stel - zij zijn inmiddels al heel wat jaren gescheiden - en de ouders van Ria, 'de vrouwelijke helft' van het stel, woonden in Kerkrade. Af en toe ging ze bij haar ouders op bezoek en wij mochten mee. Heel gastvrije mensen waren het, de hele dag stond er een koffiepot te pruttelen in de bijkeuken. Er was veel aanloop: buren en familieleden kwamen onaangekondigd via de achterplaats naar binnen om een praatje te maken en een bakkie te doen. Dat was de gewoonste zaak ter wereld, mij sprak dat enorm aan. Zal toch iets te maken hebben met de zuidelijke mentaliteit.

En dan Limburg zelf, die  heerlijke omgeving. Ik heb daar goede herinneringen aan. Alsof je in eigen land op vakantie in het buitenland bent. Elke ochtend ging ik ruim een uur hardlopen, een rondje om het meertje bij kasteel Erenstein. We maakten ook veel uitstapjes naar Limburgse highlights zoals het Geuldal, Gulpen, de Brunssumerheide, Maastricht en soms over de grens, Aken bijvoorbeeld.

Alleen dat taaltje, het Kirchroads. Heel gezellig authentiek Limburgs dialect hoor, daar niet van, maar volstrekt onverstaanbaar!

Dat dit nooit een officiële taal is geworden zoals het Fries is mij een raadsel. Het zal te maken hebben met de aard van de Limburgers, het zijn kennelijk niet zulke assertieve drammers als de Friezen in het noorden.

Gisteren maar weer eens naar het zuiden getrokken om - zo bleek achteraf - twee wandelingen te maken door het bronsgroen eikenhout. Daar ging wel een aardig treinreisje aan vooraf. Eerst naar Utrecht, daar de trein naar Heerlen genomen.

Het station Heerlen ziet er net zo uit als elk zichzelf respecterend Nederlands station anno 2013: één grote bouwput. Maar goed, als je je niet wilt ergeren moet je gewoon wegkijken. Het zal ongetwijfeld allemaal 'heel mooi' worden binnen korte of langere tijd, alleen zal er tegen die tijd wel wéér iets verzonnen worden om de boel open- of af te breken. Zoals overal. Kennelijk is dat het nieuwe 'mooi' in Nederland, al die bedrijvigheid.

In Heerlen nam ik de bus naar de Brunssummerheide. Daar aangekomen, is er van heide nog niet veel te zien en is het een kleine kilometer lopen tot het bezoekerscentrum. Tijd voor koffie. Daarna pakte ik de zogeheten 'blauwe route'. Een 7 kilometer lange wandeling met bospaden (vooral veel dennen en berken), heidevelden en af en toe een ven. De heide staat nog niet in volle bloei, maar het eerste lilapaars is al zichtbaar. Ook staan er, vooral langs sommige bospaden aan het begin, veel vlierbomen en bramenstruiken.


Anderhalf uur later nam ik dezelfde bus terug naar Heerlen, van daaruit ging de weg met een stoptrein van Veolia naar Schin op Geul.

Daar weer de klassieke wandeling door het Geuldal naar Valkenburg gemaakt, voor zover mij bekend is dit de wandeling met de mooiste ouverture. Zodra je het stationnetje uitkomt, wordt je geconfronteerd met een van de talrijke panorama's die Limburg rijk is.

Vervolgens is het een kwestie van via pittoreske straatjes naar beneden lopen, Sla je linksaf dan kom je langs mooie huizen met bloeiende tuinen die uiteraard veel door vlinders worden bezocht - alleen heb ik de Grote Koningsmantel niet gezien - en je kunt daar ook iets gebruiken op het terras van het plaatselijke café-restaurant.

Dat heb ik niet gedaan, ik ging meteen rechtsaf. Na een paar honderd meter kom je dan bij het bospad dat evenwijdig loopt aan de ruisende Geul, dat pad volg je.

Het is geen lange wandeling (ca. 5 kilometer) maar wel een mooie. Altijd leuk om na een kilometer of twee het pad linksaf te nemen, naar kasteel Schaloen. Even een kijkje nemen, het kasteel en de binnenplaats zijn de moeite van het bezichtigen waard. Je kunt daar ook zitten om iets te eten en/of te drinken. Je kunt er zelfs trouwen als je wilt maar dat ben ik al, dus liep ik terug en door richting Valkenburg.


Bij 'Het Koetshoes' heb ik wel even op de binnenplaats gezeten en een heerlijk 'kasteeltje' tot mij genomen. Ook er meteen maar een lichte late lunch bij besteld, een ouderwetse tosti ham/kaas. Daarna terug naar Valkenburg waar ik binnen no time bij het station was. De terugreis was even lang maar ook even voorspoedig als de heenreis, even na acht uur 's avonds was ik thuis. De benen zijn aardig doorgesmeerd, kijken hoe dat straks zal gaan in Delft. Alweer een Kerkpolderloopje!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten