Het is niet mijn broer... maar hij staat wel in Haarlem |
Bij wijze van warming-up liep ik van huis naar de Laan van Poot, dat is ongeveer 10 minuten. Daar wat lichte oefeningetjes gedaan en het programma netjes afgewerkt. Heel precies heb ik niet op mijn horloge gekeken, maar wel een paar keer. Het kwam neer op gemiddeld 53 seconden op de 200 meter (daar moest ik wel héél flink voor doorlopen), 1'52 op de 400 meter en 2'56 op de 600 meter.
Zo'n training valt niet mee in je eentje en ik moet bekennen dat ik wel een beetje heb gesmokkeld met de rustpauzes: een enkele keer twee minuten waar één minuut voor stond, en één van de seriepauzes heb ik vier minuten rustig uitgelopen terwijl drie minuten stonden 'voorgeschreven'. Maar ja, ik heb het wel gedaan, met inlopen en uitlopen (naar huis) meegerekend was het toch een programma van tachtig minuten.
Maar waarom in mijn eentje? Als blogger ben je natuurlijk wel een beetje ego-tripper maar dat was niet de reden. Ik had 's avonds een afspraak voor een interview in het clubhuis, iets te vroeg om met de groep mee te doen. Toen ik dus 's avonds bij het clubhuis arriveerde voor dat interview, kwam de atleet in kwestie niet opdagen. Er is kennelijk iets fout gegaan, maar heel erg was dat ook weer niet want ik kon nog even wat kletsen met de mensen van Groep 7 en Groep 5 die zojuist op de baan hadden getraind. Hetzelfde programma als ik die ochtend deed, want dat stond in het trainingsschema aangegeven en geldt voor vrijwel alle loopgroepen.
Als je zo in Haarlem aan het kuieren bent, moeten er uiteraard musea bezocht worden. Er zijn er genoeg: De Hallen, Teylers Museum, Frans Hals... Maar al die musea op één middag, dat gaat niet werken. Ik heb mij dus beperkt tot De Hallen en het Historisch Museum Haarlem. In de Hallen is momenteel uitsluitend videokunst te bezichtigen. Onder andere van de door Pasolini en Warhol geïnspireerde filmmaker Michel Auder. Ook kun je in de filmzaal een zwart-wit filmpje van Auder bekijken, waarin je ziet hoe zijn verslaving aan cocaïne de relatie met zijn vrouw en dochtertje beïnvloed. Dat was wel interessant, maar voor de rest: je moet wel van videokunst houden. Doe je dat, dan ben je wel een tijdje zoet.
Frans Hals en Teylers heb ik al meerdere malen bezocht maar het Haarlems Historisch Museum nog niet. Ik liep er langs en ben daar naar binnen gegaan. Net op dat moment was er in de benedenzaal een grote groep die werd rondgeleid bij de expositie van de Haarlemse schilder Kees Verwey. Nogal vol was het daar dus ben ik eerst op de bovenste verdiepingen gaan kijken.
Erg leuk museum, ik kan niet anders zeggen. Op de bovenste verdieping zie je allerlei zaken die met de geschiedenis van de - nog steeds mooie en gezellige - stad te maken hebben. Zoals een verhaal over en flesjes met de befaamde Haarlemmer Olie, het befaamde Droste-blikje met het nòg befaamdere Droste-effect, een vertrek waarin een vertrek van een Haarlems weeshuis is nagebootst en, ook de moeite waard, een zaaltje met allerlei memorabila van de Haarlemse tram.
Maar ook leuk, of nog leuker misschien vanwege mijn persoonlijke belangstelling, is de speciale expositie over Haarlem als Vinylstad. Haarlem is vooral in de jaren zestig een bakermat geweest van de platenindustrie en bracht toonaangevende pop- en jazzartiesten voort zoals Rob Hoeke, Ekseption, Boudewijn de Groot en Jaap Fischer (nu Joop Visser). Je ziet er oude pick-ups (platenspelers), platenhoezen en foto's uit die tijd, hitlijsten, van alles. Ook laat een vitrine met oude boeken ons de beroemde Haarlemse schrijvers - onder wie Harry Mulisch en Godfried Bomans - niet vergeten.
Ik heb alle indrukken van dit middagje Haarlem in dit album geplaatst...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten