zaterdag 5 maart 2016

Achter PC over zee voor Zee PC

Foto's Leo van Velzen

Gisteravond hebben wij weer eens een voorstelling van Toneelgroep De Appel bijgewoond. Het werd een in veel opzichten waanzinnige voorstelling, getiteld

Voor sommigen het eind van het land voor anderen het begin van de wereld! 

Misschien wel de langste titel voor een theaterstuk ooit? Wie weet, ik heb er niet naar gegoogeld.

Het was een stuk in het kader van Het Heijermans Festival, zij het dat het niet door Heijermans, maar door David Geysen is geschreven. Een tweeluik, onvergelijkbaar met de stukken zoals Heijermans deze in zijn tijd schreef, maar wel met eenzelfde grondthema, of zeethema liever gezegd. De Zee. De zee, die geeft en neemt. Eb en vloed. Dood en (her)leven. De zee als metafoor van het leven.

Eveline, hardloopmaatje en PR manager bij De Appel, had mij en andere theaterliefhebbers bij onze vereniging van tevoren een bericht gestuurd waarin summier beschreven stond wat wij konden verwachten. Wij werden voorbereid op 'een theatrale puzzel die het zintuigelijk vermogen van de kijker sterk op de proef stelt. De zee en de mens, het leven en de dood. Wij weten niets, het is allemaal verbeelding".

Uit de folder: "Grens en identiteit, wat betekent het om ergens te stranden, ergens aan te spoelen, Wat betekent het om een gekleurde huid te hebben, bepaalde kleding wel of niet te dragen, wie ben ik als ik al mijn kleren uittrek? Hoe en waarom bepaalt de ander wie ik ben en andersom: wie is de ander voor mij?
Het water, de zee, staat symbool voor de ultieme grens die moet worden overgestoken in de zoektocht naar nieuwe identiteit. De zee als fascinatie voor het vreemde, het andere, het betere... Een fenomeen dat tot de verbeelding spreekt en altijd een bron van inspiratie is geweest voor dichters en kunstenaars."



Wat was mijn verwachting? Eerlijk gezegd weet je bij De Appel nooit wat je precies kunt verwachten, maar zelf vermoedde ik dat het een stuk zou zijn waarin - al dan niet verholen - het begrip 'grens' en de grenzen van dat begrip zouden worden verkend en gerelativeerd, met de al dan niet impliciete boodschap van empathie, begrip en een ruimhartige opstelling jegens bootvluchtelingen die bij ons asiel zoeken.

Maar zo 'links-moralistisch' (wat in het huidige tijdsgewricht bijna een scheldwoord is) was het niet, het werd veel meer een uitgesproken 'kunstzinnige' dan politiek-geladen voorstelling waarbij die boodschap wel een rol speelt maar veel subtieler als hiervoor geschetst, en meer als actueel getint onderdeel van een voorstelling waarbij een uitgebreid scala aan theatrale middelen is ingezet.

Na binnenkomst kregen we een strookje en de boodschap mee om voor de pauze naar ruimte 1 en na de pauze naar ruimte 2 te gaan. De voorstelling bestaat namelijk uit twee delen die tegelijkertijd worden gespeeld in twee open ruimtes.


De twee delen grijpen in elkaar, maar het maakt eigenlijk niet uit in welke volgorde je de delen ziet.
In de ene ruimte zie je personen verschijnen en weglopen, en die laatsten zie je naderhand weer van de weeromstuit in de andere ruimte verschijnen. En de geluiden - schaarse tekstfragmenten, zang en flarden muziek - hoor je weer terug in de soundscape van de andere zaal.

Er verschijnen wonderlijk uitgedoste personen ten tonele waarbij niet altijd - of niet meteen - duidelijk is wat zij precies voorstellen. De eerste die verschijnt - een robuuste, wat haveloze figuur, spreekt de enige constante op het podium, Geert de Jong, toe in een onverstaanbaar soort slavisch, Vervolgens verkleedt hij zich ter plekke als varieté-artiest.


Dan Geert de Jong zelf als oudere, melancholieke vrouw die een fraaie monoloog houdt over alles dat een mens kan verliezen - en daadwerkelijk verliest - in het leven. Verder zie je een jongeman met een kapiteinspet op die een tekening maakt van een boot en vervolgens verscheurt na het voordragen van Paul van Ostaijens 'Marc begroet 's morgens de dingen'.

En er loopt een aantal mijn- of reddingswerkers rond, een franse chansonnière en een Andy Warhol lookalike. Wat de zin en betekenis van een aantal handelingen op het podium waren  - zoals die van de kaarsenmaker die een toren van kaarsen maakt - bleef voor mij onduidelijk, Ook werd niet helemaal duidelijk of en wat de relatie was tussen de verschillende personages, maar het ging waarschijnlijk meer om de overeenkomsten dan om de relaties.


Wat op mij persoonlijk naast de schaarse monologen het meeste indruk maakte was (voor ons) het deel na de pauze. Een door muziek, belichting en choreografie schitterend, waanzinnig schouwspel waarbij vooral Beaudil Elzenga excelleerde met een zware fysieke performance. Zij danste als een bezetene afwisselend als... ja, als wat eigenlijk? Als verstekelinge, wellustige verleidster, hoer of erotische danseres, sirene of vleesgeworden zeemeermin, vluchteling of als de zee zelf? En dan Hugo Maerten, beurtelings als 'coole' bankbiljetten verbrandende Warhol lookalike die naderhand het lichaam van het aangespoelde(?) meisje balsemt, met confetti bestrooid, haar zijn pruik opzet waarna zij weer tot leven komt - en in het andere deel verschijnt - als zangeres.

Ronduit prachtig vond ik de muziek, spannend, mysterieus en zwaar, dat mij bij vlagen deed denken aan de muziek van Soft Machine en Nine Inch Mails maar is gecomponeerd door Carl Beukman.

Al met al een heel bijzondere - en bij vlagen waanzinnig mooie - voorstelling!  Waarbij er overigens na afloop nog veel af te vragen en te raden viel. Je moet dus als publiek zelf aan de gang, zelf het verhaal invullen maar dat zal waarschijnlijk ook de opzet van David Geysen zijn geweest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten