Verder heb ik wat cultuur 'gesnoven' op donderdag. Paul Versteegh vroeg mij of ik de expositie van Pieter de Hooch al had gezien. Niet dus. Paul wel en hij vond het zeer de moeite waard.
Dus... op naar Delft. Dat was donderdagmiddag. Het moet gezegd: het viel niet tegen. Integendeel! Wel moest er toeslag op mijn museumkaart worden betaald, vijf euro, maar dat had ik er wel voor over. Daar waren wel een audiotour bij inbegrepen (heb ik geen gebruik van gemaakt), en boekjes met beschrijvingen van de schilderijen en een stadswandeling.
De expositie is getiteld 'Pieter de Hooch in Delft' met als ondertitel 'Uit de schaduw van Vermeer'. De volgende tekst heb ik grotendeels uit het begeleidende boekje (in diverse talen verkrijgbaar) gejat.
Het is de eerste overzichtstentoonstelling ooit in Nederland gewijd aan De Hooch, die met Johannes Vermeer tot de belangrijkste Delftse meesters uit de Nederlandse Gouden Eeuw wordt gerekend.
Pieter de Hooch werd in Rotterdam geboren als zoon van een metselaar. Rond 1650 verhuisde hij naar Delft waar zijn moeder vandaan kwam en waar een levendig kunstklimaat heerste.
In de periode dat Pieter de Hooch in Delft werkt (tussen 1652 en 1660) maakt hij zijn mooiste schilderwerken waarin het heldere licht, de constructie van het perspectief met mooie doorkijkjes en warme kleuren opvallen. Hij schildert interieurs en innovatieve binnenplaatsen waarmee hij een nieuw genre in de schilderkunst creëerde. Vanaf 1660 verkast De Hooch naar Amsterdam waar hij zijn stijl verder ontwikkelde.
Museum Prinsenhof bracht 29 topstukken van Pieter de Hooch uit de hele wereld voor één keer bij elkaar. Uitzonderlijk is het dat deze werken nu juist in Delft kunnen worden bekeken. En dat kan tot en met 16 februari!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten