Waar wij op deze vrijdagavond getuige van waren was een openbare repetitie. Plaats van handeling was de - speciaal voor deze theatermarathon – compleet herbouwde zaal waarbij je als publiek in een soort halve piste zit op opvallend comfortabele stoelen. Het speelvlak bestaat grotendeels uit een lang en breed podium (volgens regisseur Aus Greidanus sr. twee keer zo groot als dat van de eveneens immense Stadsschouwburg Amsterdam), dat uit hetzelfde hout is opgetrokken als de achterwand, waarin diverse openingen zijn gemaakt voor opkomsten en verschijningen. Het zijn geen gewone openingen, maar een soort hangende 'cat walks', uit hout en staal opgetrokken, die vanuit de muur naar voren komen. Op deze avond zagen wij niet alle mogelijkheden op dit vlak, maar wel zagen wij hoe de acteurs vanuit die houten wand een aantal enorme zuilen pilaren door het decor naar voren schoven. Straks, bij de officiële voorstelling, worden nog meer zuilen neergezet zodat je het effect van een compleet Parthenon krijgt.
In de eerste scène zien we hoe Alkmene, de moeder van Heracles, aangevuld door twee mede-goden (verbeeld door Nadia Amin en David Geysen), herinneringen ophaalt aan haar zoon ‘die zij heeft gevoed, wiens billen zij heeft gewassen etc ’. Bij deze scène grijpt Greidanus een aantal keren in en de hele scène wordt zelfs een keer herhaald. Met name worden wat accenten gelegd op intonatie en stemvolume, waardoor de trialoog aan kracht wint. Naderhand zien we hoe een van de zonen van Herakles (Joost Bolt) dodelijk gewond wordt binnengebracht en op een groep aaneengesloten stoelen wordt neergelegd. Dan ontstaat er enige discussie over en weer en geëxperimenteer met hoe de stoelen stonden en hoe ze nu het beste geplaatst konden worden. Ook zagen wij Heracles (Bob Schwarz) geketend binnengedragen worden op een tafel en uit zijn bewusteloosheid ontwaken, waarna hij zich zal herinneren wat hij heeft aangericht (in een vlaag van waanzin zijn kinderen gedood). En op het laatst zien we een scene waarin Theseus en Peirithoios in een dikke mist uit een rookmachine in het Hades zitten, voor eeuwig vastgeroest op dezelfde plek.
Het bijzondere was dat je er als publiek met je neus op zat, je zag hoe Aus Greidanus sr. als regisseur te werk gaat, hoe de interactie verloopt tussen hem en de acteurs. Dat alles wordt heel toegankelijk gemaakt voor het publiek, toch heeft het bijna iets voyeuristisch. Je ziet gedeelten van een stuk in voorbereiding, maakt mee hoe een scène groeit, en dat alles onder de dynamisch-creatieve aansturing van Aus Greidanus sr. die – zou je kunnen zeggen - in dit stuk eigenlijk de hoofdrol speelt. Het aardige is ook dat het voor leken zoals wij goed te volgen en te begrijpen was. Dit overigens niet in de laatste plaats door de uitleg die Aus zo nu en dan gaf over wat wij te zien kregen, om welke scènes het ging en dat wij voor een goed begrip toch vooral de hele voorstelling zouden moeten zien!
In het gedeelte na de pauze zag je een enorm schip rechtstandig op het podium staan, tegen de achterwand met de punt naar beneden, als het ware vanuit de bodem omhoog rijzend. Dat moest het schip Argos verbeelden waarmee Herakles en de Argonauten op reis gingen om de gouden schapenvacht (het Gulden Vlies) te roven, waarbij hij tevens Theseus uit de onderwereld wist te redden. Het schip is onderweg gestrand, nadat het door een tsunami-achtige golf is opgetild en in de woestijn is neergesmeten. In de scène die hier werd gerepeteerd zien we Theseus in discussie met de andere Argonauten, die unaniem van oordeel zijn dat zij deze rampspoed te danken hebben aan de Godin Medea. Zij proberen Jason ervan te overtuigen Medea te vermoorden, maar deze weigert dat omdat zij zwanger van hem is. Al met al hebben we genoten van een geweldige voorstelling die geen voorstelling was. En naar het totale gebeuren, de 11 uur durende theatermarathon Herakles, moeten we ook maar heen. Dit voorproefje smaakte in ieder geval naar meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten