(De foto's bij deze blogpost zijn van Leo van Velsen) |
Misschien moet ik dan ook niet spreken over 'alle' jongeren maar over een meerderheid. Want ook in de jaren zestig en zeventig was er - zeker bij bepaalde groepen - sprake van hedonisme. De beatniks en de hippies wilden ook het volle leven, de vrije liefde al was er toen een - meer dan tegenwoordig - algemeen besef dat de wereld en het leven veel meer is dan hetgeen wij met onze zintuigen kunnen waarnemen en genieten. Kortom, filosoferen over en experimenteren met andere bewustzijnstoestanden en (geestelijke) dimensies, echte (non-commerciële) spiritualiteit en zogeheten 'randwetenschappen' als astrologie waren toen niet taboe.
Hoe dan ook is bovengenoemd motto, beter nog deze lijfspreuk, tekenend voor Ciacomo Casanova. Voor deze man, die in de vijftiende eeuw leefde, was het najagen en koesteren van zinnelijke genoegens zijn voornaamste levensdoel. Hij was een kosmopoliet, charmeur, charlatan en bovenal een rokkenjager.
Casanova trok - min of meer gedwongen - door heel Europa. Hij reisde van de ene hofhouding naar de andere en ontmoette veel graven, hertogen, vorsten en vorstinnen, waaronder Madame de Pompadour en Catharina de Grote.
Hij moet een ongelooflijk charmante en mooie man zijn geweest want de dames vielen bij bosjes voor hem. Een soort Jeroen Pauw avant la lettre. Elke dag wilde hij minstens één vrouw beminnen. Hij beweerde echter dat hij zelf niet zozeer verleidde, maar dat hij voortdurend werd verleid. En dat zou zomaar kunnen (denk ik dan), want ondanks zijn twijfelachtige reputatie waren er maar weinig vrouwen die hem haatten. Integendeel! Maar als een echte casanova(!) wist hij elke vrouw het gevoel te geven dat zij de Enige Echte Grote Liefde in zijn leven was. Hij wist zich ook met mooie kleding en veel bravoure voor te doen als een intelligent en succesvol man; waterbouwkundige, architect, financieel expert, mijnbouwkundige, astroloog, dokter, alchemist enzovoorts.
Casanova zet al deze middelen in om zijn prooi te verschalken, zoals de oude steenrijke dame (Markiezin d'Urfé, een hilarische rol van Hugo Maerten). Alleen ging het in haar geval om geld, hèt middel om in zijn exorbitante levensonderhoud te voorzien. Om met haar de liefde te kunnen bedrijven moest hij toch het beeld van een mooie jonge vrouw voor ogen hebben. Hoe het ook zij, het is niet voor niets dat zijn naam een begrip is geworden: als je van iemand zegt dat hij een casanova is, dan weet je: die persoon is een charmeur en vrouwenversierder. En laten we wel zijn: schuilt niet in iedere man - al is het maar in gedachten - iets van een casanova?
Waarom niet alleen de dames uit die tijd, maar ook de hedendaagse toneelschrijver Jules Terlingen als een blok voor Casanova 'viel', staat uitgebreid beschreven op de site van De Appel. Daarbij ook nog meer gegevens over wie Casanova was, zijn levensloop en avontuurlijke leven.
Tot en met mei 2014 speelt theatergroep De Appel de voorstelling 'Casanova'. Gisteravond was de eerste openbare uitvoering, de 'try out'. Nadat ik de afgelopen weken tot twee keer toe een openbare repetitie had bijgewoond, zag ik nu 'het totale plaatje'. En dat was het ook, een plaatje van een voorstelling met schitterende en soms groteske kostuums. En ook een zeer vermakelijke voorstelling, vol grappige situaties en geestige dialogen.
In het begin zien we heel even Casanova (sterk gespeeld door Aus Greidanus jr.) als oude, wat vereenzaamde man, maar al snel trekt hij zijn grijze pruik van zijn hoofd en zien we hem als de jonge, viriele vrouwenveroveraar die met hulp weet te ontsnappen uit de kerkers van het Dogepaleis waarna wij hem, in gezelschap van zijn trouwe knecht Leduc, in opeenvolgende scènes van plaats naar plaats zien reizen, steeds opgejaagd doordat hij zich weer ergens in de nesten heeft gewerkt, 'en passant' een spoor van gebroken harten en/of woedende rivalen achterlatend.
Aan het eind van zijn leven, toen aan een oudere en minder aantrekkelijke Casanova gevraagd werd hoe hij terugkeek op zijn leven, was zijn antwoord: "Vroeger was ik gelukkig, tegenwoordig ben ik wijs".
Het hele verhaal zoals zich dat op toneel afspeelde ga ik hier niet navertellen. Ik zou zeggen: gaat het zien! Ook nu zijn (veel) kosten en (nog meer) moeite niet gespaard om er wederom een schitterend theaterspektakel van te maken: de kostuums, de choreografie, de muziek en zang (het valt op dat vrijwel alle Appel-acteurs heel goed kunnen zingen) en last but not least: de decors: evenals vele jaren geleden bij een stuk van Goldoni, is ook ditmaal het Appeltheater onder water gezet. In combinatie met de kostuums en maskers is meteen duidelijk dat hierdoor Venetië wordt verbeeld.
Vanaf balkons langs drie wanden van de grote zaal kijkt het publiek uit over een watervlakte, die de gehele speelvloer - een aantal aaneengeschakelde houten pontons - omvat en waarvan een zijkanaal tot ver in de foyer doorloopt. Met enige regelmatig varen er met acteurs gevulde bootjes af en aan ook maakt het water een essentieel onderdeel uit van de totale enscenering.
"De voorstelling was zó!" |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten