maandag 31 oktober 2011

Blijven trainen!

Léonie, John en Rinus
Na het zaterdagse uitstapje naar de Hoogovens en aansluitend het mini-webloggersloopje, was de zondag rustig. Of vrij rustig moet ik zeggen want we hadden een huis vol logees (zwager, schoonzus en hun zoon) dus er moest gekookt worden! Gelukkig heb ik daar geen hekel aan. Vrijdag was het tagliatelle met pepers, garnalen, basilicum en knoflook, zondag (gisteren) werd het een indische rijsttafel met alles er op en er aan, een geslaagde maaltijd. Maar goed, voor de rest werd het toch een vrij saaie dag. Dat klinkt niet aardig, maar ik ben niet het type mens dat de hele dag thuis kan zitten bakken. Hoe dan ook ben ik de zondag begonnen met een duurloop van tachtig minuten, die zat dus alweer 'in the pocket'.

Bloggers voor 'Tom', de naam van de stoomloc...
En vandaag, maandag? Weer getraind.
De dag begon al goed: ik had mijn klok nog niet op de wintertijd gezet, dus toen ik om zes uur opstond, was het in feite vijf uur. Geen probleem, dan kon ik vroeg naar mijn werk. Heel zachtjes, opdat ik niemand zou wekken, kleedde ik mij aan, pakte de fiets uit de tuin en peddelde naar het station. Mooi op tijd had ik de trein, die toch al redelijk vol was. Meer mensen hadden kennelijk het idee om vroeg te beginnen. In Utrecht ging het echter mis: er waren problemen op het spoor dus de trein naar Hilversum zou slechts één keer in het halve uur gaan en niet in Hilversum Noord (mijn uitstaphalte) stoppen. Dat betekende dat ik vanaf Hilversum naar het Mediapark moest lopen, toch al gauw 20 minuten. Potverdikkie, om tien voor acht was ik pas op kantoor, was ik daarom zo vroeg van huis gegaan?! Wij hebben nog het systeem van tijdregistratie, dus dat tikt aan.

v.l.n.r. Claudia, Pim, Rinus, Fred, Léonie en John
Yvonne, onze receptioniste, zat al op haar post en zei dat de kranten - die ik altijd doorneem op media-nieuws - al op de tafel lagen. Zo, die was er vroeg bij! En er liepen al meer collega's in het anders op die tijd uitgestorven gebouw. Maar opeens voelde ik nattigheid. "Hoe laat is het eigenlijk?" vroeg ik. "Acht voor negen" zei Yvonne. Ik keek op mijn horloge: ja, dat klopte, acht voor negen. Maar daar moest toch nog een uur van af? Toen pas kreeg ik door dat mijn digitale garmin-horloge automatisch op wintertijd was gesprongen. Wist ik veel. Of misschien had ik het moeten weten maar ik ben niet zo'n technisch-digitaal wonderkind.

Hoe dan ook was ik 's avonds op tijd thuis voor de training, maar ook dat was op het nippertje want de terugreis naar Den Haag ging via Rotterdam. Bij Ypenburg was er namelijk 'een aanrijding met een persoon', zo meldde de vrouwenstem uit de omroepinstallatie. Dat soort klinische, maar in feite verschrikkelijke berichten hoor je vooral in dit jaargetijde veel.

De training kwam neer op een duurloopje van pakweg zeventig minuten netto (exclusief de tien minuten van huis naar de club en aan het eind van de training tien minuten van de club naar huis). Na tien minuten inlopen nog wat loopscholing gedaan aan het begin van de Bosjes van Poot, daarna via de Houtrustweg en het gebied van de voormalige Norfolkline het programma, drie blokken van 5x30 seconden. Het laatste stuk liepen we door de duinen terug naar de baan. Het ging gezwind. Jos en ik waren de enige mannen vanavond - als we trainer Wim niet meetellen - voor de rest allemaal dames waarvan minstens twee de marathon van Terschelling gaan lopen komend weekend. Ook kregen we even gezelschap van Gerd-Jan van S., die voor zichzelf aan het lopen was en samen met ons zijn kilometertjes voor deze avond vol maakte.

Lunch in huize Rinus
Van de verkoudheid heb ik nagenoeg geen last meer, dus dat scheelt weer. Woensdag weer trainen en morgenavond een interview met een buitengewone ultraloper. Voor het clubblad, dus ik kan daar ook weer niet al te veel over vertellen...

Rest mij nog te melden dat de foto's bij dit blogje door de diverse deelnemers aan het webloggersloopje van afgelopen zaterdag zijn gemaakt.

zondag 30 oktober 2011

Op stoom bij Rinus


Wat een fantastische dag was het gisteren bij onze Rinus, beter bekend als 'ijzeren Rinus'.

Een paar maanden terug had hij een oproep gedaan via zijn blog: hij had vijf plaatsen beschikbaar voor webloggers die zin hadden in een rondleiding bij Hoogovens en aansluitend een duurloopje door 'zijn achtertuin', het groengebied en een stuk Waterleidingduinen in de omgeving van Heemskerk. Het leek mij wel wat, en met mij Léonie, Claudia, Pim en John. Zaterdag 29 oktober was het zover: zelf ging ik met de trein naar Castricum, waar Rinus mij opwachtte met de auto. Gezamenlijk reden we naar zijn gezellige huis in Heemskerk, waar ik kennis maakte met zijn vrouw en naderhand met zijn dochter en schoonzoon.

Amper zaten we aan de koffie met appeltaart met slagroom, of Léonie kwam binnen. Ze had zojuist 40 kilometer(!) van Amsterdam naar Heemskerk al lopend afgelegd, rond vier uur 's nachts was ze uit de hoofdstad vertrokken. Na het gezamenlijke loopje later die middag zou ze dezelfde weg weer teruglopen, wat neerkomt op een totaal van een kleine - of grote - 90 kilometer. Ach, nog een kippeneindje als het het vergelijkt met wat zij volgende week van plan is: een 24-uursloop...

Weer even later kwamen John, Claudia en Pim. Het gezelschap was nu compleet! Met z'n allen een lekker bakkie gedronken en daarna, verdeeld over twee auto's, naar Tatasteel, naar de Hoogovens (Tatasteel is het Indiase bedrijf dat Corus in 2007 overnam, maar dit terzijde).

Wat een ervaring! Op de lagere school leerde je al dat de hoogovens tot Neerlands belangrijkste industriebedrijven behoorde, zo niet dè belangrijkste. Al in de jaren vijftig zag je, als je er in de auto langs reed, aan de hoeveelheden rook en schoorstenen in de verte waar de Hoogovens stonden. Het zou echter 55 jaar duren voor ik een voet op het terrein zelf zou zetten.

Wat een giga-complex zeg, wat een stuk historie staat hier, ook architectonisch: behalve het door de vermaarde architect Dudok ontworpen hoofdgebouw, staan hier oude fabrieken, stalen trappen, grillig gevormde machines, hoge ertsbergen. We gingen met een authentieke oude stoomtrein een rondreis maken over het terrein, met een noodgang van zeker 15 kilometer per uur. Onderweg gaf een mannenstem uit de intercom uitleg over waar wij langsreden. Maar Rinus liet zich ook niet onbetuigd, hij ontpopte zich als een begeesterde gids die met veel kennis van zaken vertelde over de Hoogovens waar hij trouwens zelf ook al jaren werkzaam is. Niet geheel tot genoegen van een coupégenoot die vroeg of Rinus wat rustiger kon praten omdat hij de stem uit de intercom niet meer kon horen. Maar wij, ik in ieder geval, hebben veel geleerd van Rinus' verhalen, onder andere over de concurrentie met landen als China, India en andere opkomende landen.

Hoogtepunt van zowel de rondrit als de dag was een bezoek aan de warmbandwalserij, een gigantisch overdekt complex van één kilometer lang en pakweg 20, 30 meter hoog, waar de bezoekers via een lange loopbrug het walsproces konden volgen. Het begon met dikke stalen platen die naar een oven werden geschoven en tot roodoranje gloeiende platen van pakweg 1300 graden celsius werden verhit, waarna de platen op de lange weg naar het einde van de lange, lange rij staalwalsmachines tot steeds langere en dunnere gloeiende platen werden gewalst en uiteindelijk tot flinterdunne stalen platen in grote cilinders werden opgerold. Deze grote rollen kregen via robotachtige armen een zwart lint om het verhitte lijf gegord en werden vervolgens naar de voorraadruimte vervoerd. Uiteraard allemaal volautomatisch.
Het was een machtig, indrukwekkend gezicht en alles ging gepaard met een hoop lawaai en geraas. De verplichte oordopjes waren dan ook geen overbodige luxe. Ik kan iedereen dan ook een tripje naar de Hoogovens en zeker deze warmbandwalserij ten sterkste aanbevelen.

Terug in de trein kwam er ditmaal een vrouwenstem uit de intercom: wie zijn bril verloren had, hij was in de Walsfabriek gevonden en kon bij de restauratiewagon opgehaald worden. Ik zoeken en ja hoor, ik had een leesbril meegenomen maar kon 'm niet meer vinden. Dus ik naar die coupé gelopen en waarachtig: het was mijn bril! Nou, nu kon ik weer een beetje zien wat ik zei.

Weer terug bij Rinus hebben wij met z'n allen genoten van een inmiddels door Rinus vrouw Marjan klaargezette overheerlijke lunch met prima tomaten-groentensoep, soepstengels, broodjes, krentenbrood en wat dies meer zij. Daarna het duurloopje! Maar omdat het later was geworden dan verwacht, besloten Claudia (die dezelfde nacht aan de Droomtijdloop zou deelnemen) en Pim niet mee te gaan. Wel overhandigde Pim namens ons vijven een boekje aan Rinus, waarin allerlei mooie wandelingen die in Nederland te maken zijn beschreven. Dit uiteraard als dank voor de gastvrijheid en de geslaagde dag.

Dus uiteindelijk liepen Rinus, John, Léonie en ik de ronde van pakweg 11 kilometer. Ook nu weer bleek Rinus een volmaakte gids die met enthousiasme veel wist te vertellen over de omgeving. Op een bepaald moment klommen we zelfs over een hek - eigenlijk verboden toegang - om een bunker te bezichtigen waar zowel De Nachtwacht van Rembrandt ooit - in de Tweede Wereldoorlog - was opgeslagen als tegenwoordig de geconserveerde nitraatfilms van het Nederlands Filmmuseum. Boeiend.

Weer wat later beklommen we een steile trap die naar een uitkijktoren leidt. Daar hadden we een mooi uitzicht over de Waterleidingduinen van Heemskerk en omgeving. Naderhand passeerden we een uitspanning en op het laatst ook een camping waar de zoon van Rinus 's zomers werkt en daar van alles organiseert.

En zo naderden we het eindpunt van het loopje, wederom het huis van Rinus. Na een korte douche bracht John mij met zijn auto naar Beverwijk, waar ik even later de trein naar Haarlem nam en van daaruit de trein naar Den Haag HS. Om half zeven was ik thuis. 's Avonds zijn wij met z'n allen naar onze dochter en haar vriend op bezoek gegaan. Een mooie en gezellige afsluiting van een even mooie en gezellige dag, die op alle mogelijke manieren is vastgelegd, zelfs op film! Met dank aan Rinus.

Ook John heeft een amusant filmpje van de dag en de deelnemers gemaakt. Leuk om even te bekijken.

donderdag 27 oktober 2011

Ontmoetingen in het wild


Een dag met diverse ontmoetingen. Alweer een donderdag met behoorlijk mooi wandelweer en vandaag was het de derde - en hoogstwaarschijnlijk laatste - keer van dit seizoen dat ik naar en door de Waterleidingduinen bij Vogelenzang wandelde. En zoals altijd met het openbaar vervoer die kant op.

In de trein van Den Haag HS richting Leiden kwam ik een rustige coupé binnen. Daar had ik de eerste ontmoeting, namelijk met Nadine, een van de twee dochters van Tom en Ria, goede vrienden van ons. We hebben kort gepraat, maar ik moest er al de volgende halte uit, bij station Laan van Nieuw Oost Indië waar ik moest overstappen op de trein die ook in Heemstede-Aerdenhout zou stoppen. Bovendien was Nadine druk bezig met studeren, ik wilde haar niet storen.

Eenmaal in Heemstede, heb ik net als vorige week bijna een half uur stevig doorgestapt naar Vogelenzang. Toegangskaartje gekocht bij de automaat naast de ingang. Stukje gelopen over het vlonderpad. In het bezoekerscentrum staat een DE-automaat die na inwerpen van een 50 eurocent muntstuk prima koffie uitschonk in het zorgvuldig geplaatste plastic bekertje.

Daarna volgde een wandeling van bijna twee uur. Rust en stilte alom, er waren ook niet veel mensen op de been. Echter even voorbij het wildrooster weerklonk van verschillende kanten het burlen van de damherten. Niet zoveel als vorige week, maar toch: de bronsttijd was overduidelijk nog niet voorbij. Op zeker moment hoorde ik diverse dambokken tekeer gaan, de geluiden kwamen ergens vanachter een heuveltje. Ik besloot die kant op te gaan in de hoop iets te zien. Ik verliet het hoofdpad en trok een stukje het bos in, in de richting van waar het geluid kwam. Het wild aanbersen, zo heet dat in jagersjargon.

Via een smal kronkelig paadje kwam ik steeds dichter bij die plek, nu nog een stukje naar boven. Ik liep heel voorzichtig nu, ineengedoken, terwijl het 'boerende' gereutel steeds harder klonk. Als ik niet uitkeek zou ik straks oog in oog komen te staan met zo'n dambok. En ja, amper had ik mijn hoofd boven het heuveltje uitgestoken, of ik keek uit op een vrij dichtbegroeid stuk bos waarin ik een aantal hinden, enkele jonge en drie volwassen dambokken heen en weer zag lopen. De grote mannetjes reutelden er flink op los maar zochten de confrontatie niet, ze hadden het allemaal te druk met hun eigen zaken (lees: hinden).

Ik was inmiddels op mijn knieën gaan zitten en kon het schouwspel zo mooi gadeslaan. Mooie ervaring, zo helemaal in je eentje tussen een kudde herten in de wildernis, met zo'n dambok op amper tien meter afstand. Voor zover je in Nederland van wildernis kunt spreken, beter om het aan te duiden als de vrije natuur. Zo heb ik zeker een kwartier gezeten, als het niet langer was. Met het geleende toestel poogde ik wat foto's te maken. Dat is helaas niet gelukt in de bosjes, wel even later op een ander vrij woest en glooiend terrein. Het lukte mij daar om twee dambokken te spotten en op de plaat te zetten.

Tevreden liep ik verder. Op het laatst werd het toch nog poot aan spelen, wilde ik de bus naar Heemstede halen dan moest ik een stukje gaan rennen. Alzo geschiedde, want niet gemakkelijk was want ik had mijn zware wandelschoenen aan, en ook nog een jackje met daaronder een fleece.

Vlak voor de in- en uitgang van Waterleiding Vogelenzang, had ik alweer een bijzondere ontmoeting: twee eekhoorntjes die elkaar achterna zaten. Snel een foto gemaakt, er staat zowaar één eekhoorn op de plaat. Doorrennen maar weer. Ik zweette mij rot, maar toen ik uiteindelijk bij de halte was aangekomen duurde het nog maar één minuut voordat de bus kwam. Het rennen is dus geen overbodige luxe gebleken. Bovendien kan ik melden dat ik vandaag een ultraloop van tien minuten heb volbracht...

Vlak bij station Heemstede ben ik nog een plaatselijke AH binnengeschoten en heb wat levensmiddelen gekocht voor het avondmaal. Het was daar waar ik Wim van H. tegenkwam, ook alweer een goede vriend van ons en van de in het begin van dit blogje genoemde Tom en Ria. Grappig! 'Wat doe jij hier?' vroeg Wim. Ik zei dat ik had gewandeld in deze mooie omgeving. Wat Wim daar deed verwonderde mij niet. Hij woont in de buurt, simpel. Een volgende keer ga ik eens bij hem op bezoek.

Terug in Den Haag, kwam ik bij de tramhalte bij station CS Paul van O. tegen. Ik had 'm gisteren al gezien bij de club, nu reisden we samen op. We stapten ook dezelfde halte uit, waar de dochter van Paul net aan kwam lopen. Toevallig. Nog een stukje opgelopen en dan naar huis, achter de potten en pannen. Provencaalse kip met rattaouille en rijst, en pruimenclafoutis na. De oven heeft weer flink zijn best gedaan vandaag.

Thuisgekomen de foto's ingeladen. Naast veel mislukte, toch nog een paar die redelijk zijn gelukt. Ik had ook nog een paar seconden film geschoten maar dat is niet echt het tonen waard. Daarom maar dit van Youtube 'gejatte' filmpje van damherten in de bronsttijd, een paar dagen terug opgenomen door Jacco Martijnse, eveneens in de Waterleidingduinen.

Back in Time: in elk opzicht...

Ja jongens, gooi er nog maar een portie nostalgie tegenaan! Echt weer iets voor zo'n bejaarde weblogger om een foto uit een toch al wat grijs verleden - de jaren tachtig - te plaatsen. Het was bij een prestatie/wedstrijdloop voor ambtenaren van het ministerie van WVC, op het moment dat deze foto werd genomen werd ik tweede op de 10 kilometer in iets meer dan 38 minuten. Een jaar later zou ik de wedstrijd winnen in 38 minuten rond. Mijn grootste - snellere - concurrent Kees de Niet liep toen niet mee omdat hij dezelfde week de Westland Marathon zou lopen. In het land der blinden... Gek eigenlijk dat ik nu in mijn handen mag wrijven als ik 48 minuten over diezelfde afstand doe. De tand des tijds... Maar ach, beter om te lopen in matige tijden dan helemaal niet meer te lopen! Dat laatste is simpelweg geen alternatief.

Kortom: na drie dagen niet lopen - ik had een beetje een fysieke en mentale 'dip' - ging ik woensdagavond meetrainen bij 'de club'. Groep 5 was ruim vertegenwoordigd, alhoewel heel wat groepsgenoten er niet waren. Waarschijnlijk al wat gas terugnemen voor de marathon over twee weken? Voor mij geldt dat niet want ik loop de halve marathon op Terschelling op 6 november. Gek genoeg vond een aantal groepsgenoten inclusief trainer Wim dat een heel verstandige beslissing van mij. En zo is het ook: ik wil een marathon gewoon relatief prettig kunnen uitlopen. Voor zover dat mogelijk is bij zo'n afstand. In ieder geval niet kapot gaan in een tijd van om en nabij de vier en een half uur en daarna weken lang herstellen.

Oh ja, die training dus. Door de duinen naar Kijkduin, van daar uit richting Ockenburg. Het werd een loop van 80 minuten met twee blokken van 2-4-4-2 minuten. Twee minuten rust tussen de tempo's, vijf minuten tussen beide series. Het ging boven verwachting goed, ik liep zonder noemenswaardige inspanning met de voorsten mee.

Als altijd was de nazit in het clubhuis weer erg gezellig. Drie herfstbokjes gingen er in als drie herfstbokjes... Vandaag maar weer eens lekker wandelen! Helaas zonder camera, want al mij camera's zijn kaduuk. Maar eens kijker of dat 'lenertje' wil werken...

zondag 23 oktober 2011

Hedendaags sprookje: Midnight in Paris

De verkoudheid is weer volledig teruggekomen. Dat verklaart de - relatieve - fysieke malaise van zaterdag - met een mislukte duurloop als gevolg. Het min of meer zieke gevoel hield vandaag aan. Met pijn en moeite trapte ik achter mijn wederhelft aan, op weg naar Clingendael, en het wandelen ging ook niet vol bruisende energie zullen we maar zeggen. Pijnlijke knieën, verstopte neus, lichte druk op het hoofd, hoestbuien. Maar kom op, afgelopen met het gezeur! Gaat wel weer over allemaal.

Na de wandeling door Clingendael, fietsten we via de Koekamp naar Het Plein. Het was nog vroeg, dus tijd zat om iets te gebruiken op een van de volle terrassen, iedereen wilde nog even van de zon genieten. Zowaar vonden we een plekje in de volle najaarszon die nog krachtig scheen. Na de muntthee en de cappucino liepen we naar het Buitenhof om de fietsen te stallen. Nog een rondje lopen langs de Hofvijver en via het Binnenhof terug naar Pathé. Wij gingen naar de film 'Midnight in Paris' van regisseur Woody Allen.

De film opent met voor iedereen herkenbare en markante beelden van Parijs. In een collage komen ze voorbij: de Moulin Rouge, de Tuilleruien, de Seine, de Arc de Triomphe, het Louvre, de Eiffeltoren enzovoorts. Dat alles gefilmd in de tinten van ingekleurde, enigszins vergeelde prentbriefkaarten, dat 'oudheid' suggereert alhoewel de joggers die we zien rennen door het park, de pyramide voor het Louvre enzovoorts getuigen van de moderne tijd anno 2010.

Dan komen we in het verhaal over Gil, een jonge Amerikaanse scenario-schrijver die met zijn vrouw Parijs bezoekt en geïnspireerd wordt een roman te schrijven. Hij raakt helemaal betoverd van de stad, ooit dè wereldstad van kunst en cultuur, een positie die door New York is overgenomen. Terwijl zijn vrouw en schoonouders opgaan in het hedendaagse Parijs, trekt Gil zich steeds meer terug in het verleden van de stad met grote namen als Ernest Hemigway, Gertrude Stein, Salvador Dali, Scott Fitzgerald, Man Ray, Picasso en vele anderen. Tijdens een nachtelijke wandeling wordt hij door een stel vrolijke feestgangers in een oldtimer overgehaald mee te gaan en raakt hij daadwerkelijk verzeild in een andere tijd, de jaren twintig van de vorige eeuw. Daar ontmoet en spreekt hij daadwerkelijk Hemingway, Toulouse Lautrec, Dali en Stein. Hij legt het concept van zijn roman ter beoordeling voor aan Gertrud Stein. Ook raakt hij verliefd op de minnares van Picasso.

Er zijn subtiele verwijzingen naar het sprookje van Assepoester: elke nacht klokslag twaalf begint zijn leven in de jaren twintig, als in een zeer heldere, niet van het dagbewustzijn te onderscheiden droom. Ondertussen heeft Gil de grootste moeite om het leven in het verleden te verzoenen met het 'normale' leven overdag, wat tot verwijdering van zijn vrouw leidt. Van humor is de film vanzelfsprekend (want met een regisseur als Woody Allen) niet gespeend. Zo verdwaalt een detective, die de argwanende republikeinse schoonvader in de arm heeft genomen om Gils gangen na te gaan, voorgoed(?) in de verleden tijd.

Meer vertel ik niet. Laat ik het er op houden dat het een bijzonder aardige film is geworden, met een magisch-realistisch verhaal dat vooral de liefhebbers van Parijs - en wie is dat niet - zal aanspreken.

Trainingsloop vol ongemakken

Altijd een beetje lastig om een wat minder positief verhaal over een training of wedstrijd te vertellen. Zoals over de training van zaterdagochtend. Niet dat ik mij ervoor schaam, integendeel: lopen gaat met ups en downs, dat geldt voor iedereen. Bovendien 'zit' ik er na afloop helemaal niet zo mee, er zijn veel ergere dingen. Maar juist omdat er veel ergere dingen zijn, heb ik het gevoel dat elke uitwijding een blogbericht als dit tot een ergerlijke egotrip maakt. Aan de andere kant: negatieve verhalen horen er ook bij, waarom altijd 'hoera' verhalen?

Nou goed dan, niet te lang. De weersomstandigheden waren ideaal gisteren: nagenoeg geen wind, strakblauwe hemel, de hele dag zon. Het kòn simpelweg niet beter. Beetje aan de frisse kant misschien, maar als je eenmaal loopt heb je daar geen last van. Er stond een duurloop van 35 km op het programma. Op mijn programma tenminste, dat was het doel. Als dat zonder al te veel problemen ging lukken, dan zou ik mijn inschrijving voor de halve marathon Berenloop gaan overzetten naar de hele marathon.
Met de tram reed ik naar Centraal Station, liep naar de overkant en bij de Koekamp ging ik van start. Langs de Koekamp en achterlangs het gebouw van VNO/NCW liep ik het Haagse Bos in. Het ging al heel snel mis. Ondanks een adequate voorbereiding speelden al na anderhalve kilometer mijn darmen op. Bovendien zat er absoluut geen vaart in mijn lijf en benen. Ik liep al meteen dik zes minuten over de eerste kilometer terwijl ik op dat moment dacht: ik ga te hard. Maar het tegendeel was waar. En zo ging het door, langs Huis ten Bosch, bij Duindigt langs de Rijksweg, onder het viaduct richting Wassenaar. En meermalen de bosjes in, voor zover ik die tegenkwam. Tja, het is niet anders en het kon niet anders.

Maar wat vooral de deur dicht deed was de ontstellende traagheid van het duurlooptempo. Ik had absoluut niet het gevoel dat ik langzaam liep, maar als ik twee of drie keer van de - uiteindelijk - ruim 20 km die ik heb gelopen onder de 6 minuten kwam, was dat veel. En een marathon in vier en een half uur lopen - of nog langzamer - daar had ik geen zin in. Er zat geen spatje soepelheid in de benen, overal pijntjes, zowel fysiek als mentaal ging het voor geen meter. Dus voordat ik Duinrell bereikte, stond mijn besluit vast: ik ga in Terschelling gewoon die halve marathon lopen, 'bewijzen' dat ik een marathon kan lopen hoef ik noch tegenover mijzelf noch tegenover anderen (meer) te doen. Voordeel is ook dat ik nadien - ook in het trainingsweekend over drie weken - gewoon overal aan mee kan doen, ik hoef geen herstelperiode in te lassen. Hoe dan ook moet ik volgend jaar in Berlijn wel aan de bak, en dan maakt het niet uit hoe snel of langzaam ik 'm loop.

Kortom: het werd letterlijk kortom, halverwege de landgoederenroute liep ik via een mooie bosrijke omgeving terug richting Den Haag. Ik heb ook stukken gewandeld, ik (of het lijf) had(den) er geen zin meer an. Echter in het Haagse Bos - ik was al bijna bij het Malieveld - kwam ik Karin (een vriendin van een vriendin) tegen. Ze was met een soort scootmobiel en een lief klein hondje. Even een praatje gemaakt, maar het werd snel fris als je stil stond dus wilde ik door. Maar ze bood aan om ergens wat bij te praten onder het genot van een kop koffie. Nou ja, dat was nooit weg natuurlijk.

Uiteindelijk hebben we een kwartier, twintig minuten op een buitenterrasje aan de Herengracht in het zonnetje gezeten. Het was bij het DE café. Het duurde wel lang voordat de koffie gereed was maar dan had je wel de beste cappucino die je in Den Haag kunt drinken. Karin is Officier van Justitie en vertelde over haar werk en de projecten waar ze leiding aan geeft. Wel interessant, het is een job waarin je volgens mij niet zo snel brodeloos wordt.

Daarna met de Randstadrail naar huis, gedouchd, omgekleed om bij Pathé Buitenhof kaartjes voor de filmvoorstelling van vandaag te kopen. Daarna via De Bijenkorf (waar ik van die ouderwetse zwart-suede clarks kocht) en de AH wederom met de Randstadrail naar huis.

De avond is zeer rustig in huiselijke sfeer doorgebracht, met voor mijn doen veel tv kijken. Tot laat in de nacht eigenlijk, de Nacht van de Popmuziek. Leuk, wel veel oude muziek (uit 'mijn tijd') maar Leo Blokhuis zei het al: het is een 'archief-programma'.

vrijdag 21 oktober 2011

Bacchanten

Het werd een fikse wandeling gistermiddag. Eerst 25 minuten vanaf station Heemstede naar Waterleiding, waarbij de oprijlanen en kastelen van huizen die je in Vogelenzang passeert al doen vermoeden dat je met een voorstad van Bloemendaal te maken hebt. Daarna anderhalf uur stappen in Waterleiding zelf, waar het momenteel inderdaad gonst (of beter gezegd: ronkt) van de activiteiten die verband houden met de damhertenbronst.

Ook de terugweg een paar uur later ging weer met de benenwagen want ik zou dan eerder bij het station zijn dan met de bus, die vanaf Waterleiding één keer per uur gaat. Om vijf uur was ik thuis.

Twee uur later waren we alweer op pad, maar ditmaal naar het Appeltheater. We gingen - met nog een paar mensen van onze trainingsgroep - naar de voorstelling 'Bacchanten', een eigentijdse bewerking van het klassieke drama.

Dionysus temidden van zijn bacchanten (foto Leo van Velzen)


Het verhaal van Bacchanten is als volgt. Dionysus (de God Bacchus) komt in de gedaante van een - naar eigen zeggen - welgebouwde man aan in Thebe, de stad waar koning Penteus regeert. Dionysos eist erkenning voor zijn cultus (van speelsheid, vrijheid-blijheid, schoonheid en levensgenot) en goddelijke status, maar Penteus wil daar niets van weten. Al die zaken zouden zijn volk maar onbeheersbaar maken en Penteus is een heerser die het volk met ijzeren hand gedisciplineerd (lees: onderdanig) houdt.

In een roes van waanzin en extatisch genot jaagt Dionysos alle vrouwen de stad uit naar de bergen om hem daar te vereren. Hij haalt Penteus over om ook naar de bergen te gaan en daar stiekum de naakte en spelende vrouwen te begluren, iets dat niet van gevaar ontbloot is. Hij zou zijn leven niet zeker zijn. Op het moment dat de vrouwen zouden ontdekken dat een man van vlees en bloed hen begluurt, hij zou in stukken verscheurd worden al is-ie honderdmaal koning. Dus Penteus begeeft zich, als vrouw vermomd, tussen de Bacchanten (de verleidelijke vrouwen, handlangers van Bacchus, die met dans en zang de mannen het hoofd op hol brengen).

Uiteraard loopt het stuk niet goed af, daar is het een Griekse tragedie voor. Geert de Jong, de moeder van Penteus, speelt daar een cruciale rol in. Ook zij maakte deel uit van de vrouwengemeenschap in de bergen. Zij komt pas aan het eind van het stuk ten tonele, in een rolstoel gezeten, onder het bloed en met een plastic zak vol vleesklompen, de restanten van een uiteen gerijte manspersoon...

Dat iets dergelijks in het actuele leven van 2011 nog steeds voorkomt, hebben wij allemaal kunnen merken, ook al zijn de aanleiding en omstandigheden volkomen anders...

Het was een geweldig stuk vol visuele en theatrale effecten. Zo was er de spiegelwand die diagonaal op het speelvlak stond opgesteld en waarin zowel het publiek weerspiegeld werd als de scènes die zich buiten het toneel afspeelden. Ook de apotheose met de bacchanten aan de voet van een berg van electronica en geluidsapparatuur, waarop Léon Klaasse achter de drumkit een minutenlange, 'John Bonham-achtige' drumsolo ten beste gaf, was even oorverdovend als toepasselijk.

donderdag 20 oktober 2011

Kabouters

Een verklaring heb ik vooralsnog niet, maar feit is dat Arne en ik vannacht, fietsend door de Bosjes van Pex, een bijzondere ontmoeting hadden met groepjes kabouters. Het waren wel kabouters van de vrouwelijke kunne, je zou evengoed kunnen zeggen dat het allemaal Roodkapjes waren. Nu hadden wij wel wat herfst- dubbele bokjes op, dat zou al veel kunnen verklaren, maar daarvoor was de ervaring toch te helder.


Aan deze buitengewone paranormale ervaring ging een gezellige avond vooraf, die uiteraard begon met een zeer pittige training. Onze Groep 5 was ruim vertegenwoordigd. Op het programma stond een duurloop met daarbinnen stevige lange tempo's volgens het schema 1 km - 2 km - 1 km - 2 km - 1 km. Grappig, als je dat zo inklopt lijkt het niets, een 'eitje', maar het was allemachtig zwaar. Alhoewel, trots mijn verkoudheid - zich nu alleen uitend in hevige hoestbuien en geïrriteerde bronchieën - kon ik de groep toch redelijk bijbenen. Niet de kopgroep, uitsluitend samengesteld uit de snelste dames van onze groep, maar wel kort daarachter. Onze Patrick, verreweg de snelste loper van onze groep, liep na een lange blessure-periode weer met ons mee. Hij liep meteen vrij 'van voren'. Tja, waar talent laat zich niet remmen.

Na de training bleek het in het clubhuis een drukte van belang. Althans wat Groep 5 betreft zeker. Anja was vorige week jarig en vierde dat nu voor haar loopvrienden. Er was dus kruimel-appelvlaai en kersen-slagroomvlaai voor de liefhebbers. Ook was Lara er weer, en dat was bijzonder. Bijna een jaar geleden - of is het langer geleden? - is zij getroffen door een hersenbloeding, herseninfarct, geef het een naam. Na een lange en intensieve revalidatieperiode is zij weer grotendeels hersteld. Ze zag er heel goed uit.


Naderhand had ik het met Bibi over de film die wij allebei hadden gezien en grote indruk op ons had gemaakt: Melancholia van Lars von Trier. Het verhaal van de ondergang van de wereld door de botsing met de planeet Melancholia. Een thriller met metafysische trekjes, heel bijzonder. Zij raadde mij Midnight in Paris aan, de film over Parijs van Woody Allen. Alleen door haar beschrijving van bepaalde scènes dacht ik: ik zàl en moet deze film binnenkort zien!

En zo waren er nog zo wat van die gesprekjes en social talk, hoe dan ook: het was weer een gezellig samenzijn. De feestvreugde werd nog versterkt doordat onze meest creatieve barcommissie - onder andere bestaande uit Ruud van A. en Cor van der G. - de boel weer mooi hadden aangekleed: er hingen grote gordijnen waardoor het bar-gedeelte van de rest van de kantine was gescheiden. De vorige keer was er een 'sixties-avond', ditmaal een 'Hollandse avond', er werd uitsluitende Nederlandstalige muziek gedraaid. Het clubhuis zag er een beetje uit als een alternatief theater. Leuk.

En terugkomend op die paranormale ervaring in het bos: uiteindelijk leek het vooral een wandeling van een groep kinderen onder begeleiding te zijn. Om kwart over twaalf  's nachts. Wel een raar tijdstip om daar nog te wandelen, maar goed...

woensdag 19 oktober 2011

Blackberry back!

Toegegeven, het is wat flauw en ook een beetje mosterd na de maaltijd, maar bij de problemen met de blackberry - inmiddels opgelost, de bezitters zijn weer online - zong onwillekeurig onderstaande liedje door mijn hoofd.


Het is een 'Gouwe Ouwe' van The Move. Misschien is het ook een beetje een leeftijdskwestie dat herinneringen steeds sterker worden naarmate je ouder wordt. Overigens leverde een andere hitsingle van The Move, "Flowers in the Rain", de groep nog veel problemen op destijds. Op de platenhoes stond namelijk een cartoon afgebeeld waarop men de toenmalige Minister President Harold Wilson in bed zag liggen met zijn secretaresse Marcia Williams. Wilson daagde de groep voor het gerecht en won, waarop de groep alle kosten en royalties verkregen door die song, (die anders naar de componist Roy Wood waren gegaan) moest afdragen aan een goed doel.

Overigens vielen de problemen bij de blackberry in het niet bij de migratieproblemen van Weblog.nl, want die zijn na anderhalve maand - of is het alweer langer? - nog steeds niet opgelost, maar daar lees je weinig tot niets over. Het hemd is nader dan de rok...

Voor de rest: beschouw dit bericht maar als een tussendoortje, er valt weinig te vertellen. Of veel, maar dat lijkt mij minder interessant voor de lezer, is allemaal werk-gerelateerd. De komende dagen staat er wel weer wat op stapel.

zondag 16 oktober 2011

Veel deelnemers bij Halve marathon Amsterdam

Vandaag was de grote dag van de Amsterdam Marathon en de Mizuno Halve Marathon. Volgend jaar sla ik over, niet alleen omdat ik in Berlijn hoop te lopen maar omdat 'Amsterdam' mij véél te massaal is. Bovendien was het afhalen van de startnummers niet goed geregeld, en dan druk ik mij nog heel vriendelijk uit. Er stonden lange rijen te wachten in de hal voor de tafels waar de enveloppen met inhoud werden uitgereikt, de gemiddelde wachttijd was een half uur. Gevolg was dat aardig wat lopers te laat of in een verkeerd startvak terecht kwamen. Positief was dat het weer - ook net als vorig jaar - schitterend was, de hele dag zon, zon en zon.


Evenals vorig jaar, had ik afgesproken met collega's die voor 'de halve' hadden getraind. Was ik vorig jaar echter alleen met Siebrand, nu was ook Ruud daarbij. En er zouden ook de nodige webloggers meedoen, vooral aan de marathon. Echter ben ik het zicht een beetje kwijtgeraakt, door het lange off line zijn van weblog.nl ben ik ook alle links naar de bloglopers kwijtgeraakt. Via enthousiaste oproepjes op Facebook van Running Ronald - die vandaag vooral aanmoedigende Ronald was, compleet met megafoon - wist ik echter dat de bloggers zich niet onbetuigd zouden laten. Ik heb ze alleen geen van allen gezien. Nou, dat is niet helemaal waar, Ronald zag ik dus en Marco, die mij opmerkte toen ik langszij kwam en enkele meters met mij opliep.

Eventjes in de rij om het startnummer af te halen...:-/

Maar even bij het begin beginnen. Wij (Siebrand, Ruud en ik) hadden om half twaalf afgesproken bij de ingang van Amsterdam CS. Ik was met de trein gekomen, Ruud ook, Siebrand woont in Mokum dus was met de tram gekomen (geloof ik). Gedrieën gingen we een bakje koffie, espresso en cappucino drinken in Café Karpershoek, een bekend ouderwets bruin knijpje tegenover het station. Daarna met de metro naar de Amstelveenseweg vanwaar het een klein stukje lopen was naar de Sporthallen Zuid waar je nog iets kon drinken, de startnummers ophalen (met heel veel moeite en engelengeduld) en gebruik maken van kleedkamers.

Nadat we eindelijk de startnummers hadden opgehaald en opgespeld, liepen we naar het startgebied. Ik was er ruim twintig minuten nadat de lopers van Vak C - waar wij waren ingedeeld (lopers die tussen de 1.45 en 1.55 dachten te finishen) van start waren gegaan. Maar wij waren bepaald niet de enigen. Uiteindelijk kwam ik in de laatste startgroep (blauw) terecht. Balen, maar aan de andere kant: het gaat om je netto (chip)tijd, dus rampzalig is het ook weer niet.

Zoals ik al eerder schreef was ik niet top-fit, afgelopen woensdag merkte ik dat al toen ik 'dood ging' tijdens de strandtraining, waarna ik hevig verkouden werd met alles erop en eraan: niezen, snotteren en snuiten, hoesten, pijnlijke bronchiën. 'Het heerst' hoorde ik vandaag zeggen. Koorts had ik niet, bovendien ging het gisteren (zaterdag) alweer beter dus besloot ik toch van start te gaan. En eerlijk gezegd viel het mij niet tegen, hoe ik liep. De benen wilden wel in ieder geval, al maakten de bronchiën onderweg zo nu en dan mooie fluitende geluiden. Maar ik verslapte niet, eigenlijk had ik al die tijd het gevoel dat ik in een mooi constant tempo liep. Wel kwam bij het 3 km punt Ruud mij voorbij. Zo, die ging goed! Niet gek laten maken, ik bleef in mijn eigen vrij comfortabele tempo lopen.

Wat een mensen deden er mee zeg, niet te geloven. Opeens zag ik Ronald met een megafoon aan de zijkant roepen. Ik probeerde zijn aandacht te trekken maar hij zag mij niet. Marco, die naast hem stond, zag mij wel, maakte bijgaande foto en liep een stukkie met mij op. Leuk!

De laatste kilometers door het Vondelpark ging ik de benen wel voelen maar toch lukte het mij om het tempo te handhaven. Ik had al die tijd het idee dat ik meer inhaalde dan dat ik ingehaald werd, maar of dat iets zegt van de loopsnelheid is in zo'n mega-veld moeilijk te beoordelen.

Toen ik uiteindelijk met honderden anderen het Olympisch Stadion binnenkwam en na nog één halve ronde over de finish kwam, had ik geen idee wat voor tijd ik had gelopen. Niet de 1.49 van vorig jaar, ik schatte zo 1.55 of zoiets. Het bekende ritueel volgde: medaille, flesje drank, stukje banaan. Met een paar Haag-vrienden die ongeveer gelijk met mij waren gefinishd, waaronder Jacqueline, liepen we terug naar de Sporthallen. Daar kwam ik Karin van Gorp van Sparta tegen, even een praatje gemaakt. Zij had een PR gelopen, 1.39! Geweldig. Maar ook zag ik later in de uitslagen dat 'onze' Cynthia (van 'Haag') een fraaie tijd had gelopen, 1.33'.

In de Sporthallen een warme douche genomen - wat best lastig was, er kwam bijna geen water uit - omgekleed en terug naar het van tevoren afgesproken punt voor het gebouw. Siebrand en Ruud stonden al te wachten. Ruud zei dat hij 1.50 had gelopen - zelf had ik hem op 1.41 ingeschat, maar hij kreeg het de laatste kilometers toch zwaar - en Siebrand was net onder de twee uur gefinishd. Even later - ik zat toen al in de metro richting Zuidplein waar ik overstapte op een trein naar Schiphol en daarna een trein naar Den Haag - ging ik kijken op mijn mobieltje wat mijn chiptijd was: 1.52'22'' , toch beter dan ik dacht.

Om tien over zeven was ik thuis. Al met al was het een mooie dag en een mooie loop, maar zoals gezegd: volgend jaar pas ik even.

zaterdag 15 oktober 2011

Over Koetjes en Kalfjes en Parijse kunst in Den Haag




Gisteren hebben we onze dochter en haar vriend een etentje aangeboden bij Koetjes en Kalfjes. Mooie tent, ik zou het een 'luxe bistro' willen noemen. En prima eten geloof ik. Geloof ik?! Ja, want ik had totaal geen smaak, snipverkouden. Gepeperd was het wel ;-). Nou ja, gewoon weer een weekje vasten...

Hoesten, niezen, snotteren... Toch denk ik dat ik morgen de halve marathon ga lopen in Amsterdam. Ik had mij daarvoor al ingeschreven en vanochtend voelde het (hard)lopen naar de bakker wel soepel aan. En geen koorts, dus we wagen het er maar op. Een supertijd zal ik er niet lopen, maar beter langzaam dan niet gerend.

Later op de dag een update, we gaan maar weer eens iets cultureels doen...

Parijs in Den Haag

... en dit is dus de update. Vandaag was de gang naar het GEM fotomuseum en daarna naar het Gemeentemuseum Den Haag. In beide musea is momenteel een expositie met Parijs het thema, en dan vooral 'het oude' Parijs van pakwek 1900 tot 1965.



Na een lichte lunch op het buitenterras van het GEM - dat was goed te doen met de zon die de hele dag uitbundig zou schijnen - gingen we eerst naar het fotomuseum. Wat meteen opviel waren de kleurrijke schilderwerken van Jonathan Meese (1970).  De kunstwerken zijn gigantisch felgekleurde collages van verf met woorden, zinnen, symbolen en beeltenissen van de Duitse kunstenaar zelf. Het heeft een gek soort primaire kinderlijkheid zoals dat ook - bijvoorbeeld - bij Karel Appel het geval was. Zoals ze vroeger zeiden: "Dat kan mijn neefje van vier ook". Die kinderlijkheid komt ook in het materiaalgebruik terug; bijvoorbeeld door kinderspeelgoed in de uitgebreide totaalinstallaties te gebruiken.




Maar langer waren we in de zaal met de tentoonstelling Gare du Nord. Daarin zien we werk van Nederlandse fotografen - waaronder Ed van der Elsken en Johan van der Keuken - die in de periode 1900-1968 in Parijs werkzaam zijn geweest. Deze expositie is zeer de moeite waard, er hangen mooie sfeervolle en 'artistiek ernstig verantwoorde' fotokunstwerken bij. Je waant je in het nostalgische Parijs van de hiervoorgenoemde periode.


Parijs is - niet geheel toevallig - ook het thema van een van de exposities in het belendende Gemeentemuseum Den Haag. Het Centre Pompidou in Parijs heeft voor deze tentoonstelling een veertigtal topstukken ter beschikking gesteld. Je kunt hier nu beroemde meesterwerken van o.a. Kandinsky, Picasso, Matisse en Giacometti zien hangen.

Brigitte Bardot als jeugdige ballerina - Ed van der Elsken

Paris, je t'aime. Parijs laat op iedereen, niet in de laatste plaats op kunstenaars, een onuitwisbare indruk na. Wat mij betreft: er is bijna geen jaar voorbijgegaan of ik was er kortere tijd. Al was het maar een dag of twee dagen. Nou ja, dit jaar niet dan. Het kan niet altijd feest zijn.

Eind jaren zestig ging ik er voor het eerst heen met Christel, mijn toenmalige 'verkering' want zo heette dat. Een romantisch aggenebbis-hotelletje met zo'n 'fout' bloemetjesbehang aan de muur en een ontbijt dat ik tot op de dag van vandaag als meest Parijse en lekkerste beschouw: een grote soepkom lauwe 'café au lait' met een stukje 'baquette' en een verse croissant met abrikozenjam. En overdag zwerven door Parijs, naar de Tuileruien, langs de Seine,  Louvre, Place du Tertre, Sacré Couer, name it. Maar ik dwaal af.

Romantische gevoelens roept Parijs op. Zo is het altijd al geweest. Ook oefende de stad in de eerste helft van de 20ste eeuw een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op kunstenaars uit de hele wereld. Hier werd moderne kunstgeschiedenis geschreven. Ook uit Nederland trokken de meest vooruitstrevende kunstenaars naar deze opwindende plek van vernieuwing en artistieke vrijheid.

Een echte Kees van Dongen
Verscheidene Nederlandse kunstenaars hebben in Parijs cruciale stappen in hun carrière gezet. Piet Mondriaan is een sprekend voorbeeld, na een bezoek aan Parijs gooide hij het roer om; zowel in zijn beroepsmatige- als in zijn persoonlijke leven. Maar het bleef zeker niet bij Mondriaan alleen, ook Kees van Dongen, Karel Appel en Constant raakten geïnspireerd en beïnvloed door het wervelende, bloeiende artistieke leven in Parijs. Deze aanwezigheid van Nederlandse kunstenaars in Parijs krijgt in de tentoonstelling speciale aandacht.

Aangemoedigd door het apocalyptische karakter van de Eerste Wereldoorlog, gedreven door het idee van een betere toekomst of in reactie op de stijl van hun voorgangers, ontwikkelden de kunstenaars in Parijs nieuwe stijlen in de meest wilde en uiteenlopende kleuren en vormen. Parijs was een artistieke vrijplaats, kunstenaars ontmoetten elkaar in het café, groepeerden zich, discussieerden en beïnvloedden elkaar en bevochten hun standpunten. Tegenwoordig kunnen we via internet met iedereen over de hele wereld ervaringen en ideeën delen, maar in die eerste decennia van de twintigste eeuw voldeed alleen een échte ontmoeting. Zo was Parijs de community van de moderne kunst.

Maar of we met beide exposities nog niet genoeg Parijs in Den Haag hebben gehad, komt dit ook nog eens terug in de expositie Mode en Kunst, nu óók in het Gemeentemuseum Den Haag. Met de bekende 'mondriaan-jurkjes' uit 1964 van Yves Saint Laurent, en andere ontwerpers zoals Dior, Govenchy en Sonia Delaunay die creaties ontwierpen waarbij rustig van Kunst gesproken kan worden.

De moeite waard! Ook al moest er twee euro worden bijbetaald - als museumjaarkaarthouder - dat zal geen beletsel vormen om de exposities een andere keer nog een keer te gaan kijken.