maandag 28 oktober 2019

Nederlandse invasie in Essex (U.K.)

Nee, a.u.b. GEEN zwarte pieten discussie! Dan ben ik straks het zwarte schaap....
Een week niet gelopen is een week niet geblogd. Dat geldt zeker in mijn geval. Niet dat er in de afgelopen week niets is voorgevallen - de krachtoefeningen op woensdag en vrijdag gingen gewoon door. Verder is er gewandeld (en uiteraard gefotografeerd) in Clingendael en Meyendel, en dinsdag gingen we naar Festival De Betovering in het Spuitheater waar kleindochter Chloë zich creatief kon uitleven en wij een mime-voorstelling bijwoonden.


Vrijdag is er toch nog eventjes gelopen, voor de krachthonk-sessie. De tweehonderdjes (zelf deed ik er slechts 5 van de 10) heb ik zonder noemenswaardige problemen - zoals opspelende hamstrings - volbracht (in 58-55-53 en 51 sec.). Dat sterkte mij in het vertrouwen de Essex Experience Walk op een goede manier te kunnen volbrengen.

Diezelfde avond met circa 55 medewandelaars de overtocht naar Engeland gewaagd. Niet zwemmend natuurlijk, maar in de comfortabele veerboot 'Stena Hollandica' van Stena Line. Eerst met busvervoer naar Hoek van Holland, waar organisatoren Johan en Jaap de wandelaars - in leeftijd variërend van 12 tot 75 jaar - verwelkomden in de hal van Stena Line. Daarna inchecken, paspoortcontrole en het eerste wandelingetje richting boot en hut.

Eemaal geïnstalleerd, nog even naar Dek 9 om met enkele wandelmaten een 'afzakkertje' te nemen.


De overtocht verliep - zoals op grond van de laatste weersvoorspelling verwacht - nogal roerig: vooral 's avonds laat en de eerste nachtelijke uren was het stormachtig en schommelde de boot behoorlijk, wat soms gepaard ging met luid gebonk en andere onheilspellende geluiden. Gelukkig bleven zwemvesten, reddingsboten en andere attributen ongebruikt en tegen de tijd dat we Harwich bereikten was de wind al iets gaan liggen.

De volgende ochtend een 'klein ontbijtje' (croissant en koffie) genomen omdat ik voor de publunch later op de dag had ingeschreven voor een nogal copieuze maaltijd met Fish en Chips. Anderen kozen voor het veel uitgebreidere maar relatief prijzige buffetontbijt waarbij eieren met spek, bonen in tomatensaus en 'saussages' niet mochten ontbreken.

Daarna met z'n allen naar de bus, aan het eind van het treinstation. Evenals vorige keren volgde een bustocht van pakweg een uur naar het plaatsje Stoke-by-Nayland. Dezelfde plaats was in april het startpunt van de wandeling, ditmaal namen we de andere 'lus'.

Hieronder enkele foto's, voor de deelnemende wandelaars volgen nog een aantal die ik in een album zal plaatsen en ook naar Jaap van Eyk verstuur.



zaterdag 19 oktober 2019

Een van vier: ging voor geen zier

Foto Hans Uytenhout
En zo was er weer de tweede editie van de '1 van de 4' loop, deze morgen aan de Laan van Poot. Er waren veel lopers van de vier Haaglandse atletiekverenigingen komen opdagen.

Eerst gingen de lopers van de 5 km van start. Ik had nog net tijd genoeg om mijn telefoon op hen te richten. Filmpje staat op FB zoals jullie hebben kunnen zien.

Zelf nam ik deel aan de 10 km, tien minuten later. Besloot rustig te starten en mij door niets of niemand 'gek' te laten maken. Die eerste ronde ging nog wel, ik passeerde in ca. 28'30'' het aangegeven 5 km punt op de baan van de Laan van poot.

Echter zakte ik de tweede ronde volledig door het ijs en het is niet eens winter! Twee weken niet trainen, opspelende darmen en de laatste kilometer een blessure (er 'schoot' plotseling een felle pijn door mijn hamstring) dwongen mij herhaaldelijk tot stukjes wandelen en zelfs stilstaan nu en dan. Ben over het algemeen niet zo blessuregevoelig maar dat korte sprintje heuvel-af naar de Fuutlaan bleek funest.


Of dat nog niet genoeg was, jogte ik (vanwege die hamstring kon ik amper meer lopen) naar de ingang van het sportpark. Eenmaal gearriveerd bij de baan, liep ik 'verkeerd om' (namelijk aan de buitenkant van het hek) naar de finish, wat zeker tien meter scheelde. Mede daardoor kon ik nèt niet onder het uur finishen. Volgende keer zo niet beter, dan toch hopelijk iets minder 'slecht!'

In het clubgebouw (of de kantine zo u wilt) kon men pannenkoeken krijgen, paste wel bij het herfstige sfeertje rond deze loop. Waarbij het overigens wel droog is gebleven!

Later in de middag toch nog een stukje - noodgedwongen rustig, stapvoets - gewandeld door Ockenburgh en Hyacintenbos. Dat ging wel, maar kreeg op het laatst behoorlijk last van rug en onderdanen. Eén bonk stramheid! Kwam ditmaal geen fee tegen, maar wel haar wollige vertegenwoordiger die zich nogal provocerend tussen twee overgebleven vliegenzwammen opstelde. En mocht iemand denken dat ik die kabouter daar heb neergezet, geloof het niet! Allemaal FAKE nieuws!


donderdag 10 oktober 2019

CPC-geschiedenis en avontuur in het sprookjesbos



Het zal meer mensen zijn opgevallen: op een van de schuttingen die een afbakening vormen tussen het Koningin Julianaplein en het Centraal Station Den Haag staan bovenstaande foto's afgebeeld. Wij zien daarop de start van de City Pier City Loop 1976. Dus dat is 43 jaar geleden!

Uiteraard ging ik kijken of ik - voor zover mogelijk - nog bekenden zag, en vooral of er bekenden bij liepen die vandaag de dag nog hardlopen. Ik meen Ton Gerritsen te herkennen (met zonnebril) maar ik kan net mis hebben, maar daar blijft het bij wat mij betreft. Misschien biedt FB-groep 'hardloopuitslagen van weleer' meer soelaas.


Over lopen gesproken: dat is iets dat ik niet veel heb gedaan na de Hoge Veluwe Loop. Woensdagavond heb ik niet gelopen, was nog niet helemaal hersteld, bovendien was er een verjaardagsfeestje thuis bij een van onze clubvrienden. Wat wel gezellig was, er waren zo'n twintig mensen van onze trainingsgroep.


Vandaag heb ik wel een poging gewaagd, maar dat hield niet over, pijnlijke knieën waardoor het hardlopen zwaar ging en de training (als je dat al zo mocht noemen) een mix werd van joggen en wandelen, en paddo's fotograferen met mijn telefoontje.


Onderweg kwam ik zowaar in een sprookjesbos terecht. Jazeker, dat bestaat zowaar in Den Haag Zuid-West. Het Hyacintenbos, vandaar was het er stil en eenzaam, geen mens te zien. Wel hier en daar paddenstoelen en waarschijnlijk wonen er ook kaboutertjes. In ieder geval woont daar een echte toverfee! Ik sloeg een zijpaadje in en opeens weerklonk vlak achter mij een stem. Geschrokken draaide ik mij om en zag een fee, die mij vriendelijk toesprak en mij een wens liet doen. Ik hield het bescheiden, ik vroeg haar een mooie paddenstoel te toveren opdat ik deze kon fotograferen. Daarop verdween de fee uit mijn gezichtsveld. Maar niet helemaal, voordat zij oploste in een andere dimensie, draaide zij zich nog éénmaal om en wees naar een plek in het bos.


Ik liep er naar toe en precies op die aangewezen plek stond deze paddenstoel. Hoe wonderlijk!

Wat ook wonderlijk was dat de fee opvallende gelijkenis vertoonde met ene Hizkia, die met haar vriend Michel vaak van de partij is bij de 'loopjes' in Delft.

En zo komen we toch weer op het hardlopen uit. Via de Heemtuin bij Pluk wandelde/jogde ik terug naar Loosduinen, waar ik de tram pakte voor het laatste stukje naar huis.

Een album met al mijn 'paddo-foto's' van dit seizoen heb ik in een album geplaatst.

zondag 6 oktober 2019

Natte Hoge Veluwe Loop en andere lopende zaken


De afgelopen dagen weinig geblogd, maar er is dan ook weinig getraind. Wel woensdag- en vrijdagochtend nog iets gedaan in het krachthonk en woensdagavond de Coopertest gelopen. Dat laatste meer omdat het de laatste van het seizoen was. Toch weer in 12 minuten gelopen! Zaterdagochtend heb ik nog een half uurtje 'voor mezelf' gelopen.

Begin deze week had ik mij ingeschreven voor de Hoge Veluwe Loop. Een beetje 'Last Minute' was het wel, de trailruns en de halve marathon waren al volgeboekt. Maar ja, daar had ik toch onvoldoende kilometers voor gemaakt. Voor de 5 en 10 kilometer kon nog worden ingeschreven. Het werd 10 kilometer.

Niet lang na mijn inschrijfdaad begon ik een (klein) beetje spijt te krijgen: zondag zou een uitgesproken regenachtige dag worden. In vroeger tijden interesseerde het mij hoegenaamd geen ruk wat voor weer het zou worden, integendeel: hoe ruiger hoe beter. Maar tegenwoordig probeer ik regen zoveel mogelijk te vermijden.

Hoe dan ook: vanmorgen met diverse vormen van openbaar vervoer - via Utrecht en Ede Wageningen - naar Otterlo gereisd. Als deelnemer aan de loop hoefde ik geen toegangskaartje te kopen voor de Hoge Veluwe. Even voorbij het toegangshek zag je al lopers van de trailrun de verzorgingspost passeren.


Het regende overigens al onophoudelijk, dus het regenpak aangetrokken en op een witte fiets naar het startgebied van De Hoge Veluwe Loop, bij Slot Hubertus. Dat was bijna vijf kilometer fietsen.

Ik was er ruim op tijd (de start was 14:00 uur) dus kon ik in alle rust startnummer en chip ophalen bij het dienstgebouw voorbij Slot Hubertus, omkleden, een laatste sanitair bezoek en - zij het kort - wat inlopen. Veel bekenden zag ik niet, maar wel de snelle Haag-veteraan George Buningh. Ook hij zou 10 kilometer gaan lopen.

Een half uur voor de 10 km gingen de 5 km lopers van start. Ook op dat nummer veel deelnemers. Daarna waren 'wij' van de tien aan de beurt.


Eerlijk gezegd had ik geen idee hoe ik 'm zou lopen. Bij het inlopen voelde ik van alles: pijnlijke knieën, een wee gevoel in mijn rug, wat 'strammig'. Ik hoopte onder het uur te blijven maar voorop stond: gewoon 'lekker' proberen te lopen, in een rustig maar ook weer niet té rustig tempo. Ik kwam na enige tijd in een ritme dat goed aanvoelde en waarin ik kon blijven lopen. Om en nabij de 28 minuten passeerde ik het 5 km punt en daarna was het een kwestie van tempo vasthouden. Dat lukte - op enig moment dacht ik in 55/56 minuten te kunnen finishen, maar de laatste kilometer kostte toch wat moeite, niet in de laatste plaats door dat kleine maar vrij steile klimmetje even voor de finish.

Uiteindelijk netto 57'52'' gelopen. Daar ben ik anno 2019 meer dan tevreden mee. Meer uitslagen hier!

Bij terugkomst in de tent waar de lopers zich konden omkleden en hun bagage achterlaten, raakte ik aan de praat met een loper uit Alphen aan de Rijn. Desgevraagd bleek hij Ronald Meijer - een andere loper uit die stad en in zekere zin een 'collega-blogger' - te kennen.  Ik begon over de 'klassieker' onder de wegwedstrijden 'De 20 van Alphen' en dat ik die al heel lang niet had gelopen omdat 'te dicht' op de CPC zit, wat voor mij een thuiswedstrijd is.


Bleek die man Ronald Verkade, de (nieuwe) voorzitter van de 20 van Alphen te zijn!  Ga in 2020 toch maar weer deelnemen aan die loop, voor het laatst gelopen in .... geen idee, het kan net zo goed twintig als dertig jaar geleden zijn, in die tijd hield ik geen dag- of logboek bij.

Op de terugweg naar Otterlo - het was inmiddels opgehouden met zachtjes regenen - fietste ik letterlijk als eenzame fietser door het uitgestrekte gebied. Kon af en toe niet nalaten af te stappen om paddenstoelen - die nu als eh... die nu in groten getale uit de grond schieten - te fotograferen. Uiteraard met de telefoon, het fototoestel is thuisgebleven.


In Otterlo weer bij het bekende adres 'Het Smulhuis' appelpannenkoek en appelsap besteld. Een verlate lunch. Daarna - wederom door de stromende regen - naar de bushalte, waar een passerende automobilist hard door de plas rijdend mijn broek (ditmaal geen regenbroek aangedaan) kletsnat spatte. Nou ja, dat droogde tijdens de reis die volgde snel op....





woensdag 2 oktober 2019

Nederland Boerenland: zoals het ooit was

Onderstaande column schreef ik in 2007 op mijn weblog, maar is nog steeds actueel. Zeker gezien in het licht van het massale boerenprotest afgelopen dinsdag op het Malieveld.

In dat jaar diepte ik het op uit de gangkast, het Groot-Nederlands Boerenboek: een oud boek (1936) van schrijver Anne de Vries, met verhalen uit het boerenleven uit die tijd.

Toen ik het doorlas moest ik onwillekeurig denken aan Máxima’s goedbedoelde maar stof-doen-opwaaiende speech over ‘dé Nederlander’ die in feite niet zou bestaan.

Dat deze uitspraak voor zoveel ophef heeft gezorgd heeft volgens mij te maken met het feit dat de zogeheten autochtone Nederlander in rap tempo lijkt te verdwijnen.

Want hoe je het ook waardeert, ons land is in een razendsnel tempo – zeg in veertig jaar tijd – veranderd in een multiculturele samenleving. Maar is er dan zoiets als een autochtone Nederlander? En zo ja, hoe ziet-ie er dan uit?

Tja, inderdaad moeilijk om een antwoord op te geven. Maar dat geldt voor elke nationaliteit. Zo goed als ik mij een ‘echte’ Fransman voorstel als een man met donkere snor, alpinopet en een baguette onder zijn arm, zo stel ik mij de echte Nederlander voor als een boer van de oude stempel, blond, blozende wangen en met de klompen stevig in de Hollandse klei. 

Het Nederland zoals in het Groot-Nederlands Boerenboek beschreven wordt, heb ik nog gekend. Toen platteland nog echt platteland was. De grote stad was ver weg, een ‘stadse sinjeur’ die bij toeval een boerendorpje bezocht werd argwanend bekeken. Gesloten gemeenschappen waren het, er werd nog dialect gesproken en vrouwen droegen nog klederdracht. Godvrezend waren ze en hardwerkend.


Contact met de wereld buiten het dorp was er nauwelijks, televisie was er niet of kwam net in opkomst, internet was er al helemaal niet. De kloof tussen stad en platteland was dus groot, ook geografisch gezien. Grof gezegd had je grote en kleinere steden die min of meer scherp begrensd waren, met daarbuiten kilometers lang uitgestrekte weidelandschap met koeien, knotwilgen, slootjes, af en toe een boerderij en dorpjes die je vandaag de dag pittoresk zou noemen, zonder nieuwbouwwijken en industrieterreinen aan de randen.


Het is niet alléén vanwege de nostalgie dat ik foto’s laat zien die in dat boek zijn afgebeeld. Het gaat er ook om te laten zien dat Nederland toen niet overbevolkt was, en dat de verandering in bevolkingssamenstelling heel hard is gegaan.

In 1949, na het onafhankelijk worden van Indonesië, kwamen eerst veel Indische mensen voor repatriëring naar Nederland. Ik herinner mij dat op de lagere school een Surinaams meisje kwam. Heel bijzonder was dat, zij trok veel bekijks bij haar klasgenoten. Daarna ging het heel hard, onverklaarbaar hard. In snel tempo werd het straatbeeld niet alleen meer bepaald door blonde of donkerblonde Nederlanders (nazaten van de boeren), maar in toenemende mate door mensen van allochtone afkomst.


Dat veel mensen, vooral van de oudere generatie die in het ‘Boerenboek-tijdperk’ zijn opgegroeid, een gevoel van vervreemding ervaren vind ik dan ook alleszins begrijpelijk. Maar ook de zogenaamde ‘autochtone’ bevolking – waar ik ook niet voor de volle honderd procent toe behoor, met wat indische en italiaanse genen – is veranderd. Boeren, ooit een zeer groot en karakteristiek ‘Nederlands’ deel van de beroepsbevolking, zie je nog maar weinig in Nederland. Die paar die er nog over zijn hebben, net als het merendeel van de Nederlanders, gestudeerd. Het zijn halve economen geworden die denken in termen van rentabiliteit, vaart der volkeren enzovoorts. Boerderijen hebben veelal een andere bestemming gekregen. Men is – noodzakelijkerwijs – wereldser geworden, verzakelijk en ‘verstadst.


Er zijn nog weilanden en molens, zelfs koeien, maar die worden al heel lang niet meer met de hand gemolken. Het lijkt of dit type landschap dat overal sterk ‘verrommelt’ een soort curiositeit is geworden, een openluchtmuseum, reservaat zo u wilt, en dat de enorme bouwput die ons land geworden is anno 2007 hèt kenmerkende Nederlandse landschap is geworden. Compleet met barakken, woonwijken, verschrikkelijke nieuwbouwprojecten enzovoorts.

Verschil tussen stad en platteland is er nauwelijks meer, zeker in de randstad. Het gaat in elkaar over.

Nostalgie, ach. Je moet het verleden niet idealiseren, maar zoals ik al zei: Nederland is in enkele decennia zeer veranderd, daar kun je niet omheen. De landelijke rust, zeker, het is er nog wel, maar je moet het als randstedeling echt opzoeken. En dan nog: hoe lang nog in een wereld waarin het louter om economische groei draait?