dinsdag 16 september 2025

Weekend der monumenten

De Open Monumentendagen zijn weer voorbij. In voorgaande jaren heb ik in Den Haag wel het een en ander bezocht, zodat de selectie wat nu weer te bekijken steeds makkelijker wordt. Zaterdag overwoog ik om naar Leiden, Delft of Haarlem te gaan, maar eenmaal richting tramhalte bedacht ik mij dat ik nog nooit het Loosduins Museum had bezocht. Terwijl ik mij dat al dertig jaar lang heb voorgenomen. Gek eigenlijk, want ik woon er niet zo ver vandaan en begeef mij wekelijks meerdere keren op loosduins grondgebied.

Maar goed: zaterdag ter plekke de randstadrail richting Loosduinen gepakt. Vanaf het Arnold Spoelplein is het via het winkelcentrum een kilometertje lopen naar dat museum, waar trouwens ook de molen van Loosduinen (De Korenaer) staat. Beide monumenten heb ik bezocht. 

In het Loosduins Museum werd ik rondgeleid door de enthousiaste bestuursvoorzitter Pjer Wijsman. Op de bovenverdieping krijgt de bezoeker middels tal van parafernalia - foto's, schilderijen, kaarten, voorwerpen etc. - een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van Loosduinen en de veranderingen van deze gemeente die tot 1923 onafhankelijk was. Daarna werd het een stadsdeel van de gemeente Den Haag. Zeker interessant. Vandaag de dag maken onder meer ook Waldeck, Vroondaal en natuurgebied Solleveld deel uit van Loosduinen. 

Uiteraard wordt hier ook hèt grote icoon van Loosduinen, de befaamde wielrenner Piet Moeskops, geëerd evenals zijn vrouwelijke fiets-collega Mien van Bree. Grote namen destijds, ze waren ook internationaal bekend.






Op de onderste verdieping veel foto's e.d van de vele muziekgezelschappen die Loosduinen heeft gekend. Met name koren, tamboerkorpsen (al dan niet met majorettes) en popgroepen.


Direct naast het museumgebouw staat de windkorenmolen De Korenaer (ook Molen Prins Maurits genoemd) die in 1721 op een onderbouw uit 1595 is gebouwd. Voor die tijd (vanaf 1310) stond hier al een molen. De tegenwoordige molen is een ronde stenen stellingmolen op een vierkante stenen voet. De molen geeft toegang tot een soort winkeltje waar je allerlei produkten kunt kopen, diverse soorten (bak)meel, peenbuikjes (flesjes bier) en honing. Van hieruit kan men de molen beklimmen via een zeer steile houten trap, waarbij de hulp van een leuning en een stevig touw geen overbodige luxe is.
 

De volgende dag, zondag dus, heb ik wel iets gehad aan de cursus 'omgaan met teleurstellingen'. Die ging wederom niet door, die cursus dus. Ik wilde eens een kijkje nemen bij de Haagse Honingtuin, maar die bleek niet alleen lastig vindbaar, maar eenmaal gevonden ook niet toegankelijk. Het is een soort van natuurtuin, aangelegd om en bij het oude stoomgemaal aan de Houtrustweg. Dan maar even vanaf het hek een fotootje van het gebouw gemaakt.



Toverlantaarns

Dan maar verder, deels met de tram, deels met de benenwagen. Via de Westduinweg kwam ik uit bij de Scheveningseweg. Enigszins verscholen naast de Heilige Antonius Abtkerk bevindt zich het Toverlantaarnmuseum. Het eigenlijke museum bevindt zich op de benedenverdieping van een 19e eeuwse villa, dat door de verzamelaar van de collectie, tevens directeur van het museum, wordt bewoond.  

Een grote verzameling toverlantaarns in allerlei soorten en maten staan hier opgesteld, en van tijd tot tijd worden er beelden via deze 'magic lanterns' - waarvan de eersten al in de 17e eeuw gemaakt werden - geprojecteerd op een scherm. In feite zijn het voorlopers van de latere diaprojectors en animatiefilms.





De Spinozahof

Na het bezoek aan dat bijzondere museum een stukje met de stad naar de binnenstad waar ik uitkwam bij het Spinozapoortje, een fraai steegje waar ook gewoond wordt. 

Daarna nog even de brug over naar de spinozastraat, waar ook de tuin 'Spinozahof' ligt. 




Laatste bij Eerste (vijf ) 1 van de 4

Over oude monumenten gesproken: dat ben ik inmiddels zelf ook geworden. Al voel ik mij meestal zo ergens tussen de dertig, veertig jaar, dat gevoel loopt bepaald niet synchroon met wat het stoffelijk lichaam vermag. Vaak krijg ik reacties van bekenden in de trant van: "Tjee, je bent best oud. Loop jij nog hard? Knap hoor". Tja, knap...het is meer geluk. Dat loopvirus wil maar niet verdwijnen en wat mij betreft blijft - tenzij ik geblesseerd raak of het anderszins onmogelijk wordt - het hardlopen er in.  

 

Foto: Lodewijk van Dongen

Dus zondagochtend toch maar weer aan de '1 van de 4' deelgenomen, het jaarlijkse vierluik - voor leden van Sparta, Haag Atletiek, de Hague Road Runners en De Koplopers, waarbij je 5 of 10 kilometer kunt lopen. Het werd voor de zoveelste keer een 'vijfje'. Daar deden 34 personen aan mee. Meer deelnemers, ongeveer 90 m/v.  liepen de 10 kilometer. 

Ik liep in het laatste groepje 'eminences grises' (Pierre Tissot en Carel Knoester) mee. En ondanks dat ik naderhand als hekkensluiter van de 5 km fungeerde, was ik toch niet ontevreden. Voor mijn gevoel lekker gelopen en toch mijn snelste langzame tijd van dit jaar. En de rest van de middag had ik toch nog fut voor die monumentendag, en dan zijn we weer bij het begin van dit bericht.

Geen opmerkingen: