vrijdag 23 september 2022

Liege & Lief

Van zaterdag 17 tot en met dinsdag 21 september genoten wij van een korte maar mooie vakantie bij onze zuiderburen. Met de trein via Maastricht naar Luik (Liège) en terug.

Dag 1

We verbleven in het IBIS-hotel in de Rue Guillemin. Het klinkt misschien wat onpersoonlijk, zo'n groot hotel dat deel uitmaakt van een internationale keten, maar het tegendeel is het geval. Wij werden hartelijk ontvangen door de dame van de receptie, die vervolgens zeer behulpzaam was bij het verstrekken van informatie. 

De kamer was brandschoon en overal waren de muren en wanden versierd met afbeeldingen van strips, terwijl op de kamers zelf stripboeken (met de sexy blondine Natacha die allerlei spannende avonturen meemaakt) waren neergezet.

Ook het uitgebreide ontbijtbuffet bleek een voltreffer.

Die eerste dag brachten we 's ochtends door in Maastricht, waar we zelfs nog even (ongepland) hebben geshopt en ons te goed hebben gedaan aan cappucino en gebak. Zelf nam ik kruisbessenschuimvlaai met slagroom: uitzonderlijk lekker! 

Daarna terug naar het station voor de overstap op de trein naar Luik. Rond twee uur 's middags waren we daar. Vanaf het mooie station met de kleurrijke daken liepen we binnen vijf minuten naar het hotel. Na het inchecken en de bagage op de kamer te hebben gezet wandelden we naar het centrum van de stad, wat neerkwam op ongeveer een half uur lopen. Naast een bezoek aan de cathedraal - altijd mooi en indrukwekkend - gingen we op zoek naar een restaurantje voor het avondeten. Dat werd uiteindelijk La Valaisanne en we bestelden mosselen, uiteraard met waalse patatten. Helemaal prima.

Dag 2

Het was - tegen de verwachting in - heel redelijk tot goed weer, met alleen op de tweede dag een paar keer een buitje maar toen zaten we, juist op dat moment, beschut op een terras of in een museum (Musée Boverie). Het museum bezochten we zondagochtend, op de tweede dag. Dat was 's ochtends vroeg, na het ontbijt (al eerder die ochtend had ik mijn loopje gedaan).

Het was heerlijk rustig in het museum. Afgezien van het personeel - suppoosten en dergelijke - waren wij de enige bezoekers. Wat wel prettig was, zo kon je de schilderijen op je gemak bekijken.



Om het museum te bereiken moet je eerst een lange brug over die uitkomt op een park. Daar heb ik de volgende dagen iedere keer een stukje hardgelopen.

Na het museum zijn we via de zondagsmarkt (La Batte) bij Pont Passerelle Saucy naar Montagne de Buuren gegaan, een megahoge stenen trap die je kunt beklimmen. 370 treden maar liefst. Toen we eindelijk boven waren aangekomen zochten we een biercafé, maar daarvoor moesten we toch weer naar beneden, 370 treden trap-af. Niet echt een makkie voor iemand met hoogtevrees en gevoelige knieën....

Maar het bier bij 'Brasserie C' en de gezellige locatie maakte veel goed.


Op de terugweg naar het hotel kwamen we opeens in een optocht terecht. Dat was in het kader van de Waalse feestdagen, een soort carnaval.



Dag 3

Tijdens de bijna achttien kilometer lange wandeling op de derde dag (eerst met een boemeltreintje van Luik naar Bomal, van daaruit 11 km wandelen door het hart van de Ardennen) liepen we langs de Ourthe, een rivier met zowel smalle als brede gedeelten, aan weerskanten waarvan veel landschappelijk schoon te zien is. Uiteindelijk arriveerden we in Durbuy. Het is het kleinste oude plaatsje van de Ardennen, dus het werd geen lang bezoek, wel met tweemaal terrasbezoek. Toen ging het dezelfde weg terug. Overigens was het weer de hele dag uitgesproken mooi, met een mix van wolken en zon.

In dit Franstalige deel van België - soms waan je je er letterlijk in Frankrijk - is het natuurlijk goed eten. De bourgondiërs onder ons komen er wel aan hun trekken komen. We hebben elke avond ergens anders gegeten. Over de mosselen bij La Valaisanne hebben we het al gehad.
Zondagavond hadden we - na die lange wandeldag door de Ardennen - weinig puf weer om naar het centrum te lopen, dus kozen we een restaurantje in de directe buurt van het hotel. Dat werd Brasserie Liégoise. Het was er vrij rustig en het eten was prima. We gingen nu voor de Filet de St-Pierre aux poireaux. De smakelijke, stevige witvis in dit gerecht is afkomstig van de Zonnevis.


En de laatste avond aten staken we vanaf het hotel de Rue Guillemins over gingen bij Brasserie Le Concordia naar binnen. Dit restaurant ademt een typisch 'Parijse' sfeer, zowel qua entourage als het vriendelijke - in zwart-wit gestoken - bedienend personeel en de keuken. Het eten - we kozen voor konijn met pruimen - was voortreffelijk Daar werd het konijn met pruimensaus of, zoals het in de franse taal veel mooier klinkt, 'Lapin aux Pruneaux'. Erg lekker.

1 opmerking:

Daniëlle zei

Hoi Fred, heb je toevallig een link naar de wandeling die je op dag 3 hebt gemaakt?