zondag 5 november 2017

Over kleine boekjes en Museum Bredius revisited

Zaterdag werd een museumdagje, ik had afgesproken met een museumkennis. Na het vluchtige bezoek aan het Haags Historisch een paar dagen terug, ditmaal weer eens Meermanno en Museum Bredius bezocht.

Eerst koffie met appeltaart in Paviljoen Malieveld ('De Poffertjestent'), daarna naar Meermanno.



  
Op dit moment  is er een uitgebreide tentoonstelling van zogeheten 'kleine boekjes' door de eeuwen heen. Daarbij ligt de nadruk op de vormgeving (omslag, bindwijze, belettering e.d.). Er zijn echte miniatuurtjes te zien, maar ook ontwerpen van mensen die aan een wedstrijd hebben meegedaan waarbij de opdracht was: maak een boekje van Geert Maks boek 'Island'.


Na de lunch in het aloude en oer-Haagse etablissement 'De Posthoorn' gingen wij naar Museum Bredius. Al eerder heb ik het op mijn blog over dit museum gehad omdat ik daar mijn vroegste jeugd (van mijn derde tot mijn twaalfde jaar) heb gewoond. Dat wil zeggen, in het vroegere pand aan de Prinsegracht 6.

En weer was het een feest van herkenning. Voor de volledigheid copypast ik hieronder gewoon de tekst uit mijn blog van 2006.

Museum Bredius in vroeger tijden, aan de Prinsengracht
In vroeger tijden bewoonden mijn grootouders het museum, dat toen nog gevestigd was in een statig herenhuis aan de Prinsegracht. Dat pand, gevestigd naast poptempel ‘Het Paard’ (in de jaren vijftig was dat Huize Angela, een tehuis waar nonnetjes zorgden voor kinderen met o.a. het Syndroom van Down) heet nu Huis Bredius.

Museum Bredius aan de Prinsengracht 6, in de jaren vijftig. Mijn opa, Anton Bourgonje, was er inwonend beheerder en fungeerde als conciërge maar verzorgde ook rondleidingen.

Ik ben letterlijk opgegroeid tussen de Rembrandts en andere illustere grootmeesters uit de 17e eeuw. We leven nu in 2017. Zevenentwintig jaar geleden werd de collectie van Bredius in het huidige, niet minder fraaie pand aan de Lange Vijverberg ondergebracht. Dit omdat wegens een bezuinigingsactie van de Gemeente Den Haag het – gemeentelijke – museum aan de Prinsengracht in 1985 werd gesloten.

Vlak daarna is het Bredius Genootschap opgericht met als doel de collectie weer voor het publiek toegankelijk te maken. Met steun van sponsors kon het huidige pand aan de Lange Voorhout worden aangekocht en gerestaureerd.


Ondanks de andere locatie, ademt het museum nog steeds de sfeer van weleer. Rust, dat is het woord dat het eerste bij je opkomt: het museum heeft nooit drommen bezoekers getrokken, vroeger niet en nu nog niet. Een kort verblijf in dat museum is wel een verademing in het huidige hectische tijdsgewricht.

Met mijn moeder in de tuin van Museum Bredius aan de Prinsengracht
Direct na binnenkomst wordt de bezoeker geconfronteerd met de buste en vervolgens een schilderij van een wat oudere, vrij streng uitziende heer met een brilletje. Het is een portret van de grondlegger van het museum, Abraham Bredius (1855-1946), een hartstochtelijk verzamelaar van kunst.


Veel 17e eeuwse schilderijen had hij van zijn grootvader geërfd en een groot aantal daarvan hangt nog steeds in het naar hem genoemde museum: schilderijen van grootheden zoals de al genoemde Rembrandt, Jan Steen, Van Goyen, Seghers en vele anderen.


Het aardige van het drie verdiepingen tellende museum is dat je op je gemak bij elk schilderij kunt blijven stilstaan, er als het ware in kunt opgaan, iets dat in de grotere – en drukkere – musea vaak niet lukt.

Schilderij Van Beest - Varkensmarkt in Den Haag (waar nu De Boterwaag, Haagse Harry en Zwarte Ruiter staan...)
Ook omdat veel van de schilderijen een beeld geven van hoe het dagelijkse leven in de 17e eeuw was, lijkt het wel of je heel even in een ander tijdperk bent beland. De combinatie van stilte en de geur van oudheid dragen daar zeer aan bij.


De inrichting van het museum heeft iets huiselijks: dit komt vooral door de aankleding van de vertrekken met tapijten, meubels, zilver, kristal en porselein.


Nog steeds hebben de kamers in het – inmiddels ook al niet meer zo nieuwe – museum deze sfeer. Al had het toch wel iets ‘meer’ aan de Prinsengracht met de grote achtertuin, maar dat heeft ook met mijn eigen jeugdherinneringen te maken.

Geen opmerkingen: