dinsdag 14 augustus 2012

Van Monnickendam naar Marken


Mensen, vooral jongeren, trekken vandaag de hele wereld over: China, Peru, Brazilië, Nepal, India, Bali, Australië, zij draaien er hun hand niet voor om. Al die landen uit het grote rijk Verweggistan komen in aanmerking. En gelijk hebben ze, haast ik mij te zeggen. Frankrijk? Spanje? Ach, dat is iets voor de oudjes. Ik weet nog hoe blij mijn grootouders waren toen ze in de jaren vijftig een busreis naar Zwitserland maakten, en een schoolreisje naar Drievliet ervoer je als een reis naar de andere kant van de wereld, maar ja , Bob Dylan zong al: "The Times They Are A'changing"...


De eerste dag van onze vakantie hebben wij zeer kneuterig, op z'n puur-Hollands, doorgebracht. Het was niets meer of minder dan een flinke wandeling van Monnickendam naar Marken, grotendeels over een dijk. 's Ochtends om half elf erheen, 's avonds om tien uur thuis.

Voor mij was het niet de eerste keer dat ik deze wandeling maakte, in mei 2009 liep ik de route ook al met de Doornvogels. Meimaand bloeimaand, toen was alles geelgekleurd van de dotter- en boterbloemen, nu, in augustus, was het iets minder kleurrijk en uiteraard hoor je lang zoveel vogels niet. Maar niettemin een mooie wandeling, zeker niet te lang (acht kilometer) met als hoogtepunten Monnickendam en Marken. Mooie monumentale dorpen waar de modernisering aanmerkelijk minder verwoestend heeft uitgewerkt als in de rest van ons land. Met respect voor traditionele, historische waarden zogezegd.

In Monnickendam - waar je met de bus vanaf Amsterdam CS binnen twintig minuten bent - hebben we eerst koffie gedronken met appeltaart, onder de klanken van het carillon waarvan de beiaard zich, evenals in Praag, elk uur in beweging zet.

De vorige keer vielen de vele foto’s van Elvis Presley, The Beatles en The Rolling Stones mij op, zwart-wit foto’s uit de jaren zestig. Het meisje achter de bar vertelde dat Elvis dit café ooit heeft bezocht en met de toenmalige eigenaar is vereeuwigd, en de andere foto’s had haar grootmoeder gemaakt die destijds in Blokker (waar o.a. The Beatles optraden) werkte.

Na dit stukje cultuurgeschiedenis ging de wandeling pas echt van start. Eerst nog een stukje door Monnickendam. Wat een prachtstadje. Monumentale panden, gevels en hier en daar opmerkelijke gevelstenen. Toch is maar weinig van het Monnickendam uit de middeleeuwen bewaard gebleven. Het plaatsje dat in 1355 stadsrechten verkreeg van de Graaf van Holland, is vanaf die tijd behoorlijk geplaagd door diverse grote branden. In 1940 zijn grote delen van Monnickendam gerenoveerd.


Via rustieke ophaalbruggetjes en een haventje bereikten we een pad dat we moesten blijven volgen. Dat pad leidde naar een dijk met aan weerskanten smalle stukken gras- en rietland, weilanden en water. Een mooie wandeling zonder horizonvervuiling, en dat onder de rook van Amsterdam. Het weer viel ook niet tegen, het was vrij warm en ook al had de zon soms wat moeite met het wolkendek, liet hij zich meer dan genoeg zien.

Vogels zagen wij vooral in de vorm van meerkoeten, honderden, misschien wel duizenden dobberden op het Gouwmeer, verder futen, veel wilde ganzen enzovoorts. Ook vlinders zagen wij, vooral Atalanta's en de Kleine Vos (zie boven),  maar ook Dagpauwogen. En dat was leuk omdat 1912 niet de boeken zal ingaan als een goed vlinderjaar.


Wij stapten stevig door en bereikten Marken, het oer-Hollandse maar super-toeristische dorpje met de karakteristieke houten huisjes en het haventje. Beroemd geworden vooral door de welhaast legendarische Sijtje Boes. Wij liepen eerst het Marker Huisje aan de haven binnen, waar een dame uitgebreide informatie verstrekte over de voorwerpen en klederdrachten uit het Markense verleden die daar te zien waren.


Daarna wandelden we wat rond door het plaatsje. Opvallend. al die pittoreske, goed onderhouden panden en pandjes waar, naast oorspronkelijke Markenaren, ook import woont. Je zou zeggen dat een stevig gevulde beurs voorwaarde is om daar te kunnen wonen, maar de huizenprijzen vallen nog mee: tussen de twee en vier ton. Maar ja, je moet het wel leuk vinden om onderdeel van een toeristische trekpleister te zijn, met alle nieuwsgierige pottenkijkers van dien.


Een kort muziek aan het kleine museum gebracht, waar je het nodige over de geschiedenis van Marken te weten kunt komen. Toen IJsselmeer nog Zuiderzee was, zeg maar. Er zijn nog maar enkele oudere vrouwen zijn die iedere dag in - veelal zelfgemaakte -klederdracht zijn gestoken. Een uitstervende traditie, jongeren zijn hiertoe niet meer bereid. Ergens wel jammer. In dit kleine museum zagen wij overigens genoeg voorwerpen en klederdrachten die ons aan het Marken van vroeger tijden deden herinneren. Ook kon je een film bekijken over de geschiedenis van Marken. 


Na het museumbezoek liepen we terug naar de haven. Daar namen we een portie zeer goed doorbakken smakelijke kibbeling en even later op een terrasje een frisdrankje. Vervolgens was het even zoeken naar de goede weg richting vuurtoren aan het eind van een wederom lange dijk, drie kilometer verderop. Lang verbleven wij daar niet: toegang verboden, je kunt hem alleen vanaf een afstand bekijken. Via dezelfde weg liepen we terug naar Marken, waar we net op tijd waren voor de bus naar Monnickendam.

Aldaar werd de dag afgesloten met een goed glas Westmall Triple op het buitenterras van een café in de Havenstraat. Dat de terugweg gehinderd werd door uitvallende en niet-rijdende treinen richting Den Haag, waar wij uiteindelijk via Rotterdam arriveerden, geloven we wel. We waren inmiddels genoeg uitgerust om met de fiets naar huis terug te peddelen.

Geen opmerkingen: