|
'Het tunneltje' (foto Eveline van Leeuwen) |
Vanmorgen wilde ik een klein stukje lopen, omdat morgen een prestatieloop op het programma staat, een 14 kilometer loop bij AV Delft. Dat wil zeggen, je kunt er 7 òf 14 kilometer lopen, maar ik kies voor de wat langere afstand, er moeten geleidelijk aan wat meer kilometers worden gemaakt.
Vanaf huis liep ik naar de club, om half tien beginnen daar de gezamenlijke trainingen. Onze Groep 5 was rijk vertegenwoordigd: maar liefst 14 man/vrouw. Ik besloot een stukje met hen op te lopen. Ook nu nam Ilse de honneurs waar, Wim is naar Zeeland als kwartiermaker van het trainingsweekend half november. Er stond een lange duurloop op het programma: een deel ging 'tot het tunneltje' tussen Terheyde en Hoek van Holland, een kleiner deel (de marathon-loopsters) ging nog een stuk verder. Zelf haakte ik al bij de splitsing bij camping Ockenburgh af en ging linksaf terug naar huis, met de laatste tien minuten in een flink tempo. Alles bij elkaar toch weer zeventig minuten gelopen, wel een beetje veel met het oog op morgen maar ja.
Later mijn fiets opgehaald bij de fietsenmaker, de ketting is vernieuwd en ik heb er meteen maar een nieuwe voorband op laten zetten - de oude band was knap versleten, het groen schemerde er van alle kanten door - dus het werd een duur dagje. Maar goed, ik kan weer een tijdje vooruit.
Onderweg naar de Frederik Hendriklaan - even wat inkopen doen voor het avondeten - reed ik langs het Gemeentemuseum. Het was nog redelijk vroeg en ik was al een tijdje niet geweest, dus spontaan de fiets geparkeerd en naar binnen gegaan. Toch wel makkelijk, zo'n museumjaarkaart.
Er zijn momenteel erg mooie en leuke exposities in het museum, zoals 'Meesters uit het Mauritshuis' en 'Happy Days'. Vandaag ging ik alleen naar laatstgenoemde expositie, die was zó leuk dat ik geen tijd meer had voor de oude meesters. Een volgende keer wat meer aandacht daarvoor.
Happy Days
Deze tentoonstelling was echt 'helemaal leuk!' Vooral bij wat oudere bezoekers (waartoe ik mij tegenwoordig ook moet rekenen) worden onontkoombaar nostalgische gevoelens gewekt. De nadruk ligt wel bij het bruisende kunstleven in het Den Haag van na de Tweede Wereldoorlog, maar de tentoonstelling geeft ook een voor menigeen nog zeer herkenbaar tijdsbeeld.
Al meteen als je binnenkomt wordt je geconfronteerd met een tv-monitor waarop televisie- en fotobeelden uit het Den Haag van de jaren vijftig en zestig. Als bezoeker kun je ook zelf foto's toesturen, ik denk er over om bijgaande foto op te sturen - hier sta ik als 6-jarig jongetje op met mijn opa, wandelend langs de Hofvijver. Wij gingen toen de eendjes voeren en even later de herten in de Koekamp.
Uiteraard gaat het in deze tentoonstelling om de kunst en het kunstklimaat, dat 'provocerend en vernieuwend, vol lef en humor was: in Den Haag gebeurde het. Den Haag was in de jaren 50 en 60 een broedplaats voor talent.
Het was een periode waarin veel initiatieven ontstonden op het gebied van beeldende kunst, muziek, literatuur en dans. Ook de jeugdcultuur was spraakmakend en vernieuwend met Hawaii muziek, indorock en rock-‘n-roll. Zelf weet ik nog goed dat op de camping waar ik 's -zomers verbleef met enig respect naar Haagse jongeren werd gekeken door leeftijdgenoten, want Den Haag was 'een blitz-stad' zoals dat toen werd genoemd.
Het grappige is dat er destijds in Den Haag nauwelijks onderscheid bestond tussen amateur-kunstenaars en professionals, en abstracte en expressieve kunstuitingen bestonden naast heel precies geschilderde, realistische werken. De creatieve Haagse geesten voelden zich anders dan de kunstenaars in andere steden, beter zelfs.
De tentoonstelling over deze
Happy Days toont het rijke culturele leven van de stad waar grote namen als Paul Verhoeven, Jan Cremer en Paul van Vliet hun eerste schreden zetten, tussen Posthoorn, Pulchri Studio en boekhandel Boucher. Niet alleen kunst en vormgeving komen aan bod, maar ook het dagelijks leven met de Puchs, de jeugdcultuur en de eerste demonstraties. Er zijn kunstwerken te zien van onder andere Jan Cremer, Henk Peeters, Daan van Golden, Bob Bonies en Jan Schoonhoven.
Vooral het kunstwerk van Jan Cremer viel op. Vroeger - en door sommigen wellicht ook nu nog - werd hij als een brutale omhooggevallen rebel beschouwd. Als een van de eerste schrijvers wijdde hij in niets verbloemende taal uit over zijn seksuele escapades. Aan zijn schrijverschap werd door deze en gene getwijfeld, maar geconstateerd moet worden dat hij een begenadigd en veelzijdig kunstenaar is die, zoals zoveel creatievelingen, niet alleen de pen maar ook het penseel met verve - en verf - wist en weet te hanteren.
Zelfs zag ik nog 'mijn das' uit die jaren (rond 1965) liggen. Dat was zo'n superbrede pop-art das die destijds door Bob Lens zijn ontworpen en een enorm succes werden. Ik had er ook een, zo'n zwart-witte. Helaas is die tientallen jaren geleden verdwenen, gewoon weggegooid. Achteraf gezien misschien zonde maar ja, je kunt nu eenmaal niet alles bewaren.
Die Bob Lens komt trouwens ook voor in de film die bij deze tentoonstelling wordt gedraaid en waarin ook eerdergenoemde coryfeeën als Paul Verhoeven, Paul van Vliet en een nog jonge Jan Cremer (in een nogal bizar interview) worden opgevoerd.
De Posthoorn was toen 'the place to be' voor kunstenaars, ook nu nog is het een gewilde locatie.
Polka Dot Love Room
Bijzonder onderdeel van de tentoonstelling is de reconstructie van de
Polka Dot Love Room van Yayoi Kusama. Deze spraakmakende Japanse kunstenares – die op 83-jarige leeftijd wereldwijd weer volop in de belangstelling staat - creëerde deze ruimte in 1967 in de Haagse galerie Orez. Ze beschilderde vijf etalagepoppen en voorzag deze van polka dots, stippen in alle kleuren en maten. Tijdens de opening besloot Kusama ook naakte mensen te beschilderen, waaronder kunstenaar Jan Schoonhoven. Op de tentoonstelling zijn de originele poppen en de opnames uit de jaren zestig te zien.