Vrijdagochtend eerst nog 45 minuten hardgelopen. Via de Zonnebloemstraat en de Fuutlaan de duinen in, daarna naar Kijkduin en via Meer en Bosch - het bekende rondje kortom - terug naar huis. Het was een rustig loopje, weliswaar met één snellere kilometer er in. Ziezo, dat hebben we weer gehad.
De vrijdagmiddag en avond heb ik in Utrecht doorgebracht. 's Middags wandelde ik wat rond door en in de omgeving van het centrum, waarbij ik
en passant een bezoek bracht aan de prachtige
Sint Willibrordkerk. Een kerk die niet eens zó oud is, want in de 19de eeuw gebouwd. Niettemin is het een kerk van middeleeuwse pracht en praal, wat vooral in het interieur tot uitdrukking komt.
Een dame - kennelijk een gids - vroeg mij wat ik van de kerk vond en vertelde iets over de ontstaansgeschiedenis. Tijdens de reformatie heerste er een op zijn zachtst gezegd zeer intolerante sfeer jegens andere godsdiensten, met name het katholicisme. Reden dat de katholieken hun godsdienst bijna letterlijk ondergronds moesten belijden. Naderhand, toen er meer godsdienstvrijheid kwam, is deze katholieke kerk in volle luister opgebouwd, geheel in neo-gotische stijl. Alsof de katholieken daarmee na eeuwenlange repressie een statement wilden afgeven: 'Wij zijn er ook nog!'
Na het kerkbezoek was er nog tijd over om naar het Centraal Museum te wandelen, waar ik in het halve uurtje dat nog restte tot aan sluitingstijd enkele oude meesters bewonderde. Het lijkt erop dat vandaag de dag alleen de niet-naturalistische kunst tot de Kunst (met grote K) mag worden gerekend waarbij bovendien de nadruk wordt gelegd op originaliteit, vernieuwing en maatschappelijke relevantie. Toch blijf ik vinden dat met name de technisch vaardige meesters, met name van weleer, het predikaat 'kunstschilder' met recht verdienen. 'Vroeger' wist men met het grootst mogelijke vakmanschap en geduld de prachtigste schilderijen te vervaardigen.
Het onderstaande schilderij van Franciscus is weliswaar een hedendaags werk, maar gebaseerd op een ouder werk waarin Christus wordt belaagd door barbaren. In deze voorstelling is Christus een travestiet die door twee lichtgetinte jongeren wordt beroofd: duidelijk een actueel thema, ik vond het wel bijzonder.
Ee ander schilderij dat mij opviel, vooral vanwege het sterke licht-donker contrast, is wel van vroeger eeuwen. Het stelt een lichtekooi voor die twee mannen tracht te verleiden, zo te zien met succes.
Maar het eigenlijke doel van mijn Utrecht-reis was een etentje met een aantal oud-collega's. Tegen 18:00 uur was ik weer terug bij het station, waar ik in de hal van het volstrekt en bijna onherkenbaar gerenoveerde Hoog Catharijne Yvonne opwachtte. Wij hadden afgesproken om van daaruit naar restaurant
Delphi's te lopen.
Inmiddels was het aardig gaan regenen dus even van tevoren had ik een parapluutje geregeld. Al vroeg waren wij in het restaurant, de anderen kwamen later. Om kwart over acht was het gezelschap (negen personen) compleet. Ondanks dat iedereen op zijn of haar gebied te maken heeft met gezondheidsproblemen of crisis-gerelateerde problemen, werd het toch een gezellige avond. Er is heel wat bijgepraat. En het eten was prima, we namen allemaal het speciale drie-gangen menu met - naar keuze - vlees, vis of vegetarisch. Toen we rond half elf het restaurant verlieten, was iedereen het erover eens: dit zou niet de laatste reunie-achtige ontmoeting moeten zijn.
Den Dolder en verder...
En toen werd het zaterdag en wederom toog 'uw verslaggever' naar Utrecht, maar nu naar de gelijknamige provincie. Wij gingen weer eens wandelen met de Doornvogels! Walter en ik waren om tien voor tien - bijna veertig minuten voor de afgesproken tijd - in Den Dolder. Eerst maar eens kijken waar je koffie kon drinken. We belandden uiteindelijk bij het Italiaanse café-restaurant
Cantina Italia. De cappucino was, zoals je mag verwachten bij een Italiaans restaurant, prima alhoewel, het had best iets warmer gemogen.
Zelf liep ik even later terug naar het station om de andere wandellustige Doornvogels op te wachten. Ze waren er allemaal, negen personen inclusief drie nieuwe 'vogels' Elma, Elly en Ko. Het is al een tijdje terug dat we met zo'n groot aantal wandelden. Weer gingen we, maar nu met z'n allen, koffie drinken in het voornoemde mooie en apart ingericht Italiaans restaurant. Daarna op weg.
Na zo'n tien minuten lopen waren we het dorp uit en gingen we de in overvloed aanwezige bossen in. We boffen enorm, want het is prachtig wandelweer - droog en soms ook nog met een blauwe lucht en een lekkere temperatuur - en dat zou heel de wandeling zo blijven! Wel moesten we oppassen voor de plassen die we de hele dag tegenkwamen op de bospaden. Het werd een typische boswandeling alhoewel we ook stukjes heideveld en af en toe door bossen omzoomde weidelandschappen passeerden.
Na ruim anderhalf uur wandelen lasten we in het pittoreske Lage Vuursche een rustpauze in. Het eerste restaurantje bleek propvol - en dat voor de zaterdagmorgen - maar in de uitspanning aan de overkant daarvan was nog genoeg plaats. Daar bestelde ik een forse kom erwtensoep met 'originele slagersworst.' Ook hier hetzelfde verhaal als bij de cappucino van vanmorgen: prima soep maar het had warmer gemogen, nee, gemoeten.
Na de stop in Lage Vuursche trokken we weer de bossen in. Even later kwamen we langs het mooi gelegen Pluismeer. Maar ook waren de bochtige eeuwenoude onverharde landweggetjes, waar soms stokoude boerderijen aan liggen, een plezier om op te lopen. Landgoederen trokken we ook door: Pijnenburg is één daarvan.
Zie voor de onderweg gemaakte
foto's deze link.
Rond vier uur zijn we weer terug in Den Dolder. De wandeling van 19 km ( 17 km + 2 km extra naar en van Lage Vuursche) zit er op. In hetzelfde restaurant van vanmorgen dronken we nog iets, daarna gingen Walter en ik terug naar Den Haag, de anderen bleven achter om nog iets te eten.