Die laatste docu is - met name voor liefhebbers van progrock en zeker van King Crimson - indrukwekkend te noemen. In ruim anderhalf uur wordt het 50-jarig bestaan van de band verkend aan de hand van interviews met diverse leden van de huidige en vroegere groepsleden, waarbij meestergitarist Robert Fripp steeds een centrale en dominante rol speelt.
Fripp is een intrigerende man, die er al jaren uitziet als 'A Real English Gentleman'. Wie hem niet kent, zou denken met een keurige hoogleraar of senior-accountant van doen te hebben. Altijd strak in het pak, met stropdas en - vooral op het podium - opvallend door onopvallendheid. Zo speelde hij een tijdlang zijn virtuoze gitaarloopjes - waarop hij elke dag urenlang oefent - uit het zicht van de spotlights, in de schaduw.
In de interviews die regisseur Toby Amies met de man had - en niet altijd makkelijk waren, Fripp kan scherp reageren - kwam hij naar voren als een gevoelige, zeer gedreven en gedisciplineerde man, zowel veeleisend voor zichzelf als voor zijn fellow muzikanten. En dat alles in het teken van de muziek, met als hoogste doel het eveneens veeleisende publiek mee te voeren naar een muzikale en zelfs existentiële
piekervaring.
.
Zelf heb ik een aantal keren KC live zien optreden en heb - vooral in Vredenburgh Utrecht een paar jaar terug - die bijna orgastische uitbarsting van muziek eveneens als verheffend ervaren.
Ook mooie momenten in de film waren de interviews met bandleden van weleer onder wie zanger-gitarist Adrian Belew, die met Fripp jarenlang optrad totdat de laatste hem uit de band zette omdat hij een andere line-up voor ogen had. Dit tot grote verbazing van Belew, niettemin heeft hij geen hard feelings voor dit besluit en verklaart nog steeds een goede vriendschapsband met Fripp te hebben.
Een ander gedenkwaardig onderdeel van de docu zijn de open gesprekken met de terminaal zieke toetsenist Bill Rieflin, die niet lang na het uitbrengen van de film is overleden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten