donderdag 23 augustus 2012

Parijse memoires? Nu even niet...

Ik ben nog niet klaar met mijn Parijse memoires, maar dat komt nog wel. Een plaatje kan er nog wel van af, deze is gemaakt in de Jardin de Luxembourg waar ik inmiddels heel wat voetsporen heb achtergelaten.

Eerst iets over het alledaagse leven, en voor een loper bestaat het èchte leven uit... inderdaad, lopen. Nou jaaa, voorál lopen, het geeft je de energie voor heel wat andere dingen. Gisteravond (woensdag) weer de eerste training op Nederlandse bodem. Klinkt wel wat pathetisch, want ik ben maar vijf dagen in het buitenland geweest, maar het voelde als twee weken. Typisch een geval van kwaliteit die de kwantiteit verre overtreft.

Ter zake. De training dus. Er stond een duurloop op het programma. Klinkt niet al te zwaar, was ook niet al te zwaar, al werden er zo nu en dan korte tempo's ingelast, nooit langer dan één kilometer. Eerlijk gezegd weet ik niet of je echt van tempo's kunt spreken, het waren meer versnellingen naar duurloop 3 (zeg 10, 15 km tempo) maar die gingen best. Of het met mijn zomergewicht te maken heeft (75 kilo t.o.v. 83 kilo 's winters) of met het regelmatiger trainen, of puur met autosuggestie, geen idee. Maar dat het 'lekker' ging gisteravond, daarover geen misverstand. De groep was weer ouderwets groot. Uit mijn hoofd: Eveline, Ilse, Anja, Dick, Ton, Hans & Hans, Patrick (jaaa, hij was er weer!), Rob, Peter en Fred. De vakantieperiode is weer bijna voorbij!

We liepen naar het Westduingebied waar we de gebruikelijke oefeningen deden, waarna wij onze weg vervolgden naar Kijkduin, onder andere via de natuurpaadjes heuvelop achter de hekken en het wildrooster. Bij Kijkduin volgden wij het onverharde voetpad en liepen nog een stuk door, waarbij wij ook langs de puinduinen en door landgoed Ockenburgh kwamen. Daarna terug via Meer en Bosch. Uit en thuis negentig minuten en circa 13 km gelopen.

De witte wijn en broodjes tonijn na afloop smaakten naar meer, en dat gold ook voor de bitterballen aan het eind van de uiteraard zeer gezellige avond. En laat ik vooral niet de gevarieerde krokante Japanse hapjes waarop Pierre T. ons tracteerde en die hij van een van zijn reizen naar dat land had meegenomen niet vergeten!

Tous Ensemble

Eerder deze woensdag ging ik naar het Filmhuis. Daar draaide een Franse film, mooi om even af te kicken van Parijs. Of juist niet.

De film, getiteld 'Tous ensemble' (regie: Stéphane Robelin)  gaat over vijf bejaarde vrienden die, hun leeftijd (omstreeks 75 jaar) ten spijt, geen zin hebben om naar het bejaardentehuis te gaan. Zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen, wie wil dat niet?  Als een van hen door toedoen van zijn zoon toch in zo'n tehuis belandt, slepen de andere vier hem er weer weg.

 
Maar ondertussen komen wel de gebreken die met het ouder worden te maken hebben naar voren. Dat levert wel tragi-komische situaties op. Zo is er de bon-vivant Claude (Claude Rich), de grijsaard met een opvallend libido die nog steeds een actief sexueel leven leidt, maar een zwak hart heeft. En dan is er de voortdurend verwonderd om zich heen kijkende Albert (Pierre Richard), die steeds vergeetachtiger wordt, zijn vrouw Jeanne (Jane Fonda) die een ernstige ziekte onder de leden heeft waar ze niemand iets over vertelt, en Annie (Geraldine Chaplin) die haar huis heeft opengesteld voor haar vrienden en daarvoor zelfs een zwembad heeft laten aanleggen. Dit zeer tegen de zin van haar man Jean (Guy Bedos) die met lede ogen moet toezien hoe zijn moestuin om zeep gebracht wordt.

Ze besluiten met zijn vijven onder één dak te gaan wonen. De Duitse student Dirk (Daniël Brühl) helpt hen in de huishouding. Als tegenprestatie mag hij het groepje observeren voor zijn studie; hij is bezig met een scriptie over alternatieve woonvormen bij bejaarden.


Tous ensemble is ondanks het thema vrij 'licht', niet gespeend van humor. Oude verhoudingen komen na al die jaren naar voren en dat geeft de nodige jaloerse scènes maar zowel veertig jaar vriendschap als de wijsheid van de ouderdom zorgen ervoor dat dit niet uit de hand loopt. De film bevat ook voldoende waarachtige momenten. De acteurs weten wel raad met hun rollen; Fonda speelt sterk en vooral haar scènes met de jonge Dirk - met wie zij openhartig praat over seks en ouderdom - en met haar echtgenoot Richard als liefdevol, aftakelend stel zijn mooi, maar het is allesbehalve een 'huil-film'. Het zijn echter de scènes waarin  Geraldine Chaplin speelt (en als Annie 'de meest normale' van het stel is) die de film geloofwaardig maken.


      
Conclusie: een heel aardige film. Citaat uit een recensie op Filmtotaal: 'Het mooie aan Tous Ensemble is dat hij eerlijk is over het proces van ouder worden, maar nergens te sentimenteel wordt. Hij laat zien dat ouder worden niet betekent dat je geen lust meer voelt of plezier kan maken, maar wel dat je met het verliezen van je zelfstandigheid ook door de samenleving wordt vergeten. Het is niet allemaal even leuk, maar wel onvermijdelijk.'
 

Hot Club du Paris?

Maar nu ben ik, zoals ik aan het begin van dit stukje schreef, nog steeds niet klaar met mijn verhaaltje over Parijs. Dat wordt teveel voor één bericht, daarom daarover later op de dag meer.

Geen opmerkingen: